Dit is hoe de traumahelikopter levens redt: ‘Soms moeten we midden op straat opereren’

0
20
Snelheid is het belangrijkste tijdens een werkdag op de traumahelikopter © Rijnmond

Door Vaas de Wit
Een kinderreanimatie in een woonwijk of een spoedoperatie op straat: voor het team van de traumahelikopter is het de dagelijkse realiteit. Zo ziet hun werkdag eruit.

Terwijl de regen buiten met bakken uit de lucht valt, klinkt binnen in het helikopterstation het schelle piepsignaal van de pager. De traumahelikopter is opgeroepen en moet zo snel mogelijk de lucht in.

Binnen twee minuten onderweg
Piloot George haast zich naar buiten om de helikopter op te starten, terwijl verpleegkundige Gert de satellietbeelden en de laatste weerberichten controleert. Terwijl de rotorbladen langzaam in beweging komen, klinkt vluchtige informatie door de ruimte over de hartslag van de patiënt.

Dit is de enige informatie die arts Eric heeft, voordat zijn gele helm opgaat en ook hij in de helikopter springt. Binnen twee minuten trilt de lucht van de kracht en warmte van de helikopter, en is het team onderweg.

Op het scherm komt alle relevante informatie binnen © Rijnmond

‘De mooiste én zwaarste taak”
Gert, George en Eric vormen vandaag het Mobiel Medisch Team. Volgens zijn collega’s heeft Gert “de mooiste én de zwaarste taak”. In de lucht is hij copiloot: hij navigeert, houdt het weer in de gaten, en helpt bij het bepalen van een veilige landingsplek.

“Je bent de extra ogen van de piloot”, legt hij uit. “Maar zodra we op de grond staan, schakel je meteen om en werk je als rechterhand van de arts.”

Opereren op straat
Terwijl de dagploeg in de lucht hangt, pakt de nachtploeg op de bovenverdieping langzaam hun spullen. Daar, op een rijtje bedden, konden ze na een intensieve nachtdienst nog een paar uur slapen voordat ze naar huis rijden.

Patiënten worden zelden vervoerd in de traumahelikopter. De helikopter is bedoeld om medische expertise snel naar het slachtoffer te brengen, zodat de behandeling ter plaatse kan beginnen.

Medische handelingen
“Ik ben niet beter dan een ambulancebroeder”, benadrukt Eric. “Maar ik mag in mijn functie als arts wel andere dingen doen. Iemand onder narcose brengen, intuberen of – als het echt nodig is – een operatie op straat starten.”

Vaak weet het team pas wat ze aantreffen, als ze eenmaal ter plekke zijn. “Laatst moesten we naar het havengebied”, vertelt Eric. “We wisten alleen dat iemand in aanraking was gekomen met een giftige stof. In de helikopter bel je dan alvast met de ambtenaar gevaarlijke stoffen. Zo kun je je toch zo goed mogelijk voorbereiden.”

Binnen twee minuten hangt de traumahelikopter in de lucht © Rijnmond

10 keer voor niets in de lucht
Binnen een kwartier na vertrek staat het team alweer op de vliegbasis. “Soms is de ambulance eerder ter plaatse en blijkt onze inzet niet meer nodig”, vertelt George. “Ongeveer de helft van de oproepen wordt gecanceld”, vult Eric aan. “Ik heb een dag gehad dat ik tien keer voor niks de lucht in ben gegaan.”

Elke meter van de helikopter wordt geregistreerd. Vandaag nadert het toestel de 100 vlieguren, dus staat een ANWB-monteur klaar om controles uit te voeren. De helikopter blijft tijdelijk aan de grond, maar gelukkig kan het team terugvallen op een speciaal uitgeruste auto.

Elkaar goed kennen
De auto wordt ook ingezet als het weer te slecht is om veilig te vliegen. Soms spreekt het team onderweg een rendez-vous af met een ambulance. “Laatst moesten we naar Eindhoven voor een neurotrauma”, vertelt arts Eric. “Vanwege het weer kwamen we niet verder dan Tilburg. We landden bij een tankstation, precies toen de ambulance arriveerde. Ik kon meteen instappen en snel hulp verlenen.”

Terwijl Eric en Gert met de auto naar de volgende melding rijden, heeft piloot George even pauze. Ook tijdens rustige momenten is er genoeg te doen: uitrustingen controleren, medicatie bijvullen, veiligheidschecks uitvoeren.

En dan zijn er nog de gewone klusjes. “We doen alles zelf”, vertelt George lachend. “De keukens moeten worden schoongemaakt, net als de helikopter. Daar zijn gewoon lijsten voor. Elke zaterdag maken we de heli van binnen schoon, op zondag wassen we hem helemaal van buiten.”

Zorg voor de patiënt én voor elkaar
De vliegbasis voelt bijna huiselijk aan, met een keuken, loungebank en foto’s van het team aan de muur. “We zorgen dat we elkaar goed kennen”, vertelt Eric. “Dat doen we door elkaar bij te scholen, maar ook door aandacht te hebben voor het sociale. In de zomer zetten we hier weleens een elektrische barbecue neer. Gezellig, en als we ineens opgeroepen worden, trekken we gewoon de stekker eruit en zitten we binnen twee minuten weer in de lucht.”

De traumahelikopter op de basis Zuid West Nederland © Rijnmond

Niet elke melding eindigt met een redding. “Ook als de patiënt het niet redt, kun je van betekenis zijn”, vertelt George. “Soms begeleid je het stoppen van een behandeling. Dat klinkt misschien gek, maar ook dat is zorg.”

Zulke beladen momenten laten ook bij het team hun sporen na. “We bespreken alles na met het team, dat is de belangrijkste stap in de verwerking”, vertelt Eric. “In tegenstelling tot het ziekenhuis werken wij met een checklist: fit to fly. Die dwingt je om niet alleen fysiek, maar ook mentaal stil te staan bij de vraag: ben ik klaar om weer aan het werk te gaan?”

Fluitende patiënten
Soms betekent dat ook: even uit de roulatie gaan. “Ik heb eens een dienst overgenomen van een collega die net een reanimatie had gedaan bij een zwangere vrouw”, herinnert Eric zich. “Het kindje overleefde, maar de moeder niet. Hij was emotioneel op. Toen heb ik zijn dienst afgemaakt.”

Soms komt een patiënt na herstel zelf langs op de basis. “Een collega heeft eens iemands borstkas midden op straat moeten opensnijden”, vertelt George. “Die jongen overleefde het en kwam later langs met taart. Dat hoeft natuurlijk niet, maar het is mooi als je iemand later weer fluitend ziet binnenlopen.”

Het bezoek aan de basis is niet alleen voor het team waardevol. Ook voor patiënten – of hun familie – kan het helpen om de ervaring een plek te geven. “Zeker bij kinderen of heftige situaties laat zo’n inzet sporen na”, zegt Eric. “Ik ken een moeder van een patiënt die in therapie moest om het helikoptergeluid weer te kunnen verdragen. Uiteindelijk is ze op bezoek gekomen, en nu heeft het geluid een andere, positievere lading gekregen.”

Het is dit jaar exact 30 jaar geleden dat de eerste traumahelikopter officieel ging vliegen in Nederland. Destijds begon ANWB Medical Air Assistance (MMA), het vliegbedrijf van de ANWB, met een proef met één helikopter. Dat is 30 jaar later uitgegroeid tot een landelijk dekkende operatie met acht helikopters en 37 piloten.

Dit bericht verscheen eerder bij onze mediapartner Rijnmond.