
Door Ingrid Smits
Arie gaat met een bijzonder wapen op roverspad: een papiertje waarop hij dreigementen heeft gekrabbeld. In de rechtbank blijkt het geheugen van de heroïnegebruiker op leeftijd nogal wisselend en valt hij bijna in slaap.
In een wit, oversized T-shirt en op babyblauwe gympen komt Arie de rechtszaal binnen. De zestiger is klein van stuk en heeft grijs stekeltjeshaar. Hij heeft geduld moeten hebben, want zijn proces begint ruim een uur te laat. “Fijn dat u er bent”, zegt een van de drie rechters. “En excuses voor de vertraging.”
Met Arie is de rechtbank deze middag ook wel even zoet, want er ligt een waslijst aan aanklachten die moet worden doorgenomen. De Rotterdammer wordt beschuldigd van inbraken, de vernieling van ruiten en het rammen van deuren met zijn rode auto om ergens binnen te komen. En dan waren er ook nog twee opvallende overvallen, waarbij Arie zijn slachtoffers zou hebben belaagd met een briefje. “Rustig doen. Dit is een overval”, stond daarop gekrabbeld. “Ik weet waar je woont. Je familie wordt gegijzeld. Al het papiergeld. Heb een pistool.”
Bij een tabakszaak in Capelle aan den IJssel boekte de verdachte volgens justitie succes. Het bange personeel drukte hem al rap 1200 euro in handen. Maar bij een Rotterdamse supermarkt ging het minder, omdat de lade van de kassa niet open ging.
“Was u dat?”, vraagt de rechter over de twee overvallen.
“Nee”, zegt Arie.
In Opmerkelijke Zaken doet Ingrid Smits elke week verslag van een bijzondere rechtszaak in de regio Rijnmond. Deze keer gaat het om een zaak bij de Meervoudige Kamer (drie rechters) in Dordrecht. Om redenen van privacy is de naam Arie gefingeerd. Hoe hij werkelijk heet, is bekend bij de redactie.
Arie ontkent deze middag sowieso bijna alles. Een inbraak in een schoonheidssalon? “Ik weet het niet meer.”
Een steen door de ruit bij een patatzaak? “Ik kan het me niet herinneren.”
Dertienhonderd euro gepikt bij een speciaalzaak voor kaas? “Zegt me niks.”
De inbraak bij een Chinees restaurant geeft Arie wél toe. Hij kan ook moeilijk anders. Want op de baksteen die hij gebruikte om binnen te komen, is zijn DNA gevonden. “Dus ja, dat zal ik wel geweest zijn.”
“Waarom deed u het?”, wil de rechter weten.
“Ik had geld nodig.”
“Maar u weet toch dat u van iemand anders z’n spullen af moet blijven?”
“Ik heb daar geen antwoord op. Ik ben lange tijd de weg kwijt geweest.”
Heroïne
Arie blijkt al vanaf zijn vijftiende een drugsprobleem te hebben. Maar met begeleiding en methadon lukte het hem de laatste jaren redelijk om overeind te blijven. Het ging pas echt bergafwaarts toen zijn relatie in december 2023 op de klippen liep. Volgens Arie wilde zijn partner, ook verslaafd aan heroïne, hem afmaken. “Ik ben weggegaan uit lijfsbehoud.”
Op de avond van de grote clash, net voor Kerstmis, vlogen er bakstenen door de ramen. Maar Arie heeft daar dus geen actieve herinnering aan. Wel weet hij nog haarscherp dat hij iemand een lift heeft gegeven. En dat die man allerlei inbrekersgereedschap in zijn auto achterliet.
De rechters en de officier van justitie fronsen de wenkbrauwen. Want het is voor het eerst dat de verdachte met dit verhaal op de proppen komt. “Waarom heeft u dat niet aan de politie verteld?”, vraagt een van de rechters.
“Ik wilde niet afgeschoten worden. Hij had een kaliber bij zich”, antwoordt Arie.
“Een kaliber? U bedoelt een pistool?”
“Ja.”
Hupje
“Ik vind het heel merkwaardig”, reageert een rechter. “Het verhaal van de lifter kunt u zich nog scherp herinneren, maar alle andere zaken waar we het vanmiddag over hebben niet.”
“Als ik het niet gedaan heb, heb ik het niet gedaan”, mompelt Arie.
De verdachte sleept een flink strafblad achter zich aan. Vijftien jaar geleden zat hij voor het laatst voor de rechter, vooral voor diefstal. Dat hij zich nu weer in de schijnwerpers van politie en justitie heeft gewerkt, komt vooral doordat het misliep met zijn relatie. Arie ging daarna meer drugs gebruiken en bouwde meer schulden op. Hij onttrok zich ook aan het methadonproject. “Want daar komt mijn ex ook.”
“Heeft u last van uw benen?”, wil de rechter weten.
“Ik heb last van mijn knieën”, geeft Arie toe.
“De politie zegt na het bekijken van camerabeelden dat de dader een beetje moeilijk bewoog. Met een soort hupje”, houdt de rechter hem voor. “Ik zag u vanmiddag binnenkomen en toen dacht ik: ja…”
Arie staat op en wandelt spontaan een paar passen door de rechtszaal. Zijn bovenlichaam buigt hij theatraal naar voren. Hij sluipt bijna en erg veel duidelijkheid levert het toneelstukje niet op.
Naarmate de middag verstrijkt, wordt Aries verhaal ook steeds warriger. “Ik was er niet bij met mijn hoofd”, zegt hij vaak. En: “Afgelopen nacht heb ik heel erg slecht geslapen. Misschien weet ik het daarom niet meer zo goed.”
A-typische verdachte
Voor de officier van justitie is er geen twijfel mogelijk. Met Arie heeft de politie de juiste verdachte opgepakt. Bewijs is er voldoende, betoogt hij. Het gaat onder meer om camerabeelden, DNA-sporen en beschrijvingen van gedupeerden.
“Meneer is wel een a-typische overvaller”, vindt de officier. “Meestal zijn personen die dit soort misdrijven plegen een stuk jonger. En hebben ze wél een wapen bij zich. Maar feit blijft dat hij veel mensen de stuipen op het lijf heeft gejaagd. En op andere plekken aanzienlijke schade heeft veroorzaakt door ruiten te vernielen en geld te stelen. Ik reken het meneer aan dat hij daar geen enkele verantwoordelijkheid voor neemt.”
De officier eist een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Ook moet Arie het gepikte geld – 2550 euro – terugbetalen.
‘U valt bijna in slaap’
“Die eis is hoog”, meent Aries advocaat. Volgens haar is het bewijs helemaal niet zo stevig. Los van de twee feiten die Arie vanwege DNA-sporen bekend heeft, vindt ze dan ook dat haar cliënt moet worden vrijgesproken. Arie heeft vanwege het hele verhaal al ruim honderd dagen in de gevangenis gezeten, zegt ze. En als hij opnieuw de cel in moet, verliest hij ook nog eens zijn huis. “Dat is ook iets waar de reclassering in een rapport voor waarschuwt. Meneer laat zich intussen door hen begeleiden.”
Arie zelf is intussen steeds verder weggezakt. “U valt bijna in slaap, zie ik”, zegt de rechter als ze hem het laatste woord geeft.
“Klopt”, zegt Arie. “Ik vind dit allemaal heel vervelend.”
“Over twee weken doen we uitspraak”, kondigt de rechter aan.
“Dan kan ik niet”, zegt de man met de grijze stekeltjes. “Dan moet ik naar de reclassering.”
Het vonnis
De rechtbank noemt Aries verhaal ‘onaannemelijk’ en vindt dat hij met zijn overvallen de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving heeft versterkt. Ook heeft hij volgens de rechters geen respect getoond voor de eigendommen van anderen.
Arie krijgt een gevangenisstraf van één jaar. De geldboete hoeft hij niet te betalen. Aan de straf zit een lange rij met voorwaarden vast, met een proeftijd van twee jaar. Zo moet Arie zich blijven melden bij de reclassering. Hij moet ook weer instappen in het methadonproject en – met hulp – zijn schulden gaan aflossen. Doet hij dit niet dan moet Arie langer de gevangenis in.
Dit bericht verscheen eerder bij onze mediapartner Rijnmond.