Peter de Liefde: Nationale trots

0
286
Foto: RTV Papendrecht

Afgelopen weekend ging ik naar Londen om een wedstrijd van Tottenham te bekijken. We vlogen vanaf Eindhoven. Dat was qua vertrektijd en prijs gunstiger dan vanaf Rotterdam en vliegen vanaf Amsterdam hebben we niet eens overwogen. Treurig toch eigenlijk. Eens was Schiphol onze nationale trots. Poort naar Europa en koploper qua efficiency. Nu een toonbeeld van mismanagement en uitbuiting.

Hebben wij in Nederland trouwens nog iets dat fungeert als nationale trots? Ik had het vorige week over het chauvinistische gevoel dat ik kreeg als een taxichauffeur in een ver land begon over Krooif maar Johan is al een tijdje dood en zijn grootsheid is al lang overschaduwd door Maradonna, Ronaldo en Messi, vrees ik. Ik was sowieso altijd bang dat zo’n taxichauffeur zou vragen hoe veel keer Nederland ook al weer wereldkampioen geworden is.

Ach, het ligt gewoon aan mij, toen ik als jongeman voor de eerste keer in Amerika was en iemand begon tegen mij, omdat ik uit Holland kwam, over Ven Go, antwoordde ik dat ik die niet kende. Ik kende wel Van Morrison maar Ven Go, nooit van gehoord. Nadat de man tien minuten lang over ‘sunflowers’ en bruggen in Frankrijk had lopen kwijlen viel het woord ‘Potato-eaters’. Oh! You mean Van Gogh! De man keek me angstig aan want zoveel scherpe keelklanken binnen één woord had hij nog nooit gehoord. Ik had natuurlijk het schaamrood op de kaken, ja natuurlijk, ik had er op bedacht moeten zijn dat onze eigen Vincent wordt gezien als een van de grootste schilders aller tijden.

Dat ik dat niet was zit in onze volksaard. Nu nog, als zo iemand Mondriaan zou noemen, zou ik ter verdediging van onze Piet vertellen dat hij in het begin van zijn carrière ook hele mooie en zeer herkenbare bomen heeft geschilderd, dat je niet denkt dat hij alleen maar rechthoekjes kon schilderen.

Als men in het buitenland begint over de koninklijke gratie van onze koningin dan zeg ik meestal iets in de trant van ‘ja, dat mag dan ook wel, naast die hork van een kaaskop die meestal in haar buurt is.’

Eigenlijk ben ik geneigd om bij iedere beroemde Nederlander die in het buitenland geprezen wordt, dit te gaan relativeren, puur uit angst dat dat wat boven het maaiveld uitsteekt meteen hardhandig een kop kleiner wordt gemaakt. Ja, ik ben een Nederlander en onze nationale trots is onze bescheidenheid. Elk volk krijgt het staatshoofd die het verdient. Die bij het volk past. Daarom, beste mensen, kregen wij er een waarover je héél moeilijk kan opscheppen.