Trauma-arts Xavier opereerde 42-jarige vrouw met hartproblemen midden op straat in Dordrecht

0
348
Foto: RTV Dordrecht

REGIO – Het was donderdag een enorm drukke dag voor trauma-arts Xavier Moors. Hij werd twaalf keer opgeroepen voor een medische noodsituatie. Dat is veel, maar de laatste tijd niet uitzonderlijk. Deze week moesten hij en zijn collega’s in Dordrecht een 42-jarige vrouw op straat met spoed opereren. Een voorbijganger zag haar liggen in een parkje in het centrum, ze was er slecht aan toe.

Voor zijn dienst – die 12,5 uur duurt – kon hij nog ontbijten, verder gingen er tussendoor niet meer dan een zakje chips, een mars en een cola in. Even bijkomen, pauzeren of rustig lunchen zit er meestal niet in. Als trauma-arts Xavier aan de slag moet, staat er vaak een leven op het spel. En het gebeurt wel dat de arts bij het ene noodgeval al door de centrale wordt gevraagd of hij vrij is voor de volgende spoedklus. Onderweg in de helikopter (Lifeliner 2) kan hij dan even bijkomen.

Dinsdagochtend is zijn eerste dienstoproep voor de vrouw in het centrum van Dordrecht. Ze ligt in een parkje aan de Rozenhof. Agenten zijn als eerste ter plaatse. De vrouw is bij bewustzijn, maar niet aanspreekbaar. Ze laten met spoed een ambulance komen. Ook de traumahelikopter wordt opgeroepen.

Bij aankomst met de helikopter ziet Xavier dat de ambulancemedewerkers al bezig zijn. De situatie verslechtert, de patiënt is erg koud en als ze nu naar het ziekenhuis wordt gebracht, kan het schudden van de ambulance op de weg de problemen met haar hart verergeren.

Blauwe tent
Politie en brandweer maken ruimte en houden nieuwsgierige voorbijgangers op afstand. Ze zetten razendsnel een blauwe tent op om het slachtoffer heen. Zo kunnen Xavier en zijn collega’s van het Mobiel Medisch Team net iets rustiger opereren.

Op straat opereren heeft z’n eigen uitdagingen. Het kan regenen en door de wind kunnen doeken, kledingstukken en operatiematerialen wapperen of wegwaaien. Voor slachtoffers die er zo erg aan toe zijn als deze vrouw, hebben Xavier en zijn collega’s sinds vorig jaar een nieuw apparaat in de helikopter: een mobiele hart-longmachine.

Ze hoeven haar borstkas niet open te maken, maar alleen twee naalden met slangen in haar liezen te prikken. Met een buisje in een ader en een buisje in de slagader van de vrouw, kunnen de artsen haar hart en longen voor dit moment even omzeilen. De machine voegt zuurstof toe aan haar bloed en pompt dat weer terug in het lichaam.

Het gevaar is even geweken, maar het probleem is nog niet verholpen. De vrouw gaat alsnog met spoed naar het ziekenhuis, waar ze verder wordt behandeld door een internist.

De hart-longmachine is een uitkomst voor de trauma-artsen, vertelt Xavier. Het is nog een proef, twee van de vier Lifeliners in Nederland hebben er een aan boord. “In een jaar tijd zijn ruim veertig mensen door de trauma-artsen ter plekke geopereerd met de machine.”

Het klinkt tegenstrijdig voor een spoedoperatie, maar de trauma-artsen mogen het apparaat pas na vijftien minuten uitpakken en na twintig minuten aansluiten. Dat heeft goede redenen. Een patiënt kan bijvoorbeeld na tien minuten zelf weer bijkomen en dat gebeurt ook bij een grote groep patiënten. Bovendien kan het aansluiten van de machine complicaties met zich meebrengen.

“Je wilt niet iets kapot maken als dat niet nodig is”, zegt de trauma-arts. “Maar na twintig minuten gaat de kans op overleven zo snel achteruit, dat de risico’s op complicaties aanvaardbaar zijn om iemands leven te kunnen redden.”

Steriel
“Dan gaan de steriele pakken aan en worden de steriele pakketten uitgepakt”, legt hij uit. “Dat ziet er indrukwekkend uit, net als in de operatiekamer in het ziekenhuis.”

Om de hart-longmachine aan te sluiten, hoeft Xavier niemand meer open te snijden. De arts knielt aan de rechterkant van de patiënt en kijkt met een echo naar de bloedvaten. Twee bolletjes geven een ader en een slagader aan. Als de patiënt nog leeft, kloppen die aders. Xavier prikt via de lies een lange naald in de ader. Hetzelfde gebeurt in de slagader. Het bloed van het slachtoffer krijgt op die manier een omleiding. Het gaat nu via de machine in plaats van de longen en het hart van de patiënt. “Dan kunnen we stoppen met reanimeren, maar het probleem is er nog gewoon.”

Het zijn niet alleen de trauma-artsen die het harde werk doen, weet Xavier Moors, die al twaalf jaar op de traumahelikopter werkt.
“Het is een hele keten die belangrijk is. Het begint al bij de omstanders die bellen en de reanimatie starten om een ‘schokbaar ritme’ te krijgen. Dat betekent dat er een hartritme is dat met een elektrische schok weer kan worden genormaliseerd. De ambulance moet hard werken, brandweer en politie, de ziekenhuizen, en daarbovenop komt dan de MMT. Het werkt alleen omdat iedereen goed samenwerkt.”

Privacy
Vanwege de privacy van de patiënt mag de arts niets vertellen over hoe het nu met de vrouw uit Dordrecht gaat. “Zelf blijft hij wel vaak op de hoogte van de patiënten die hij begeleidt naar het ziekenhuis.”

“Ik had onlangs twaalf oproepen waarvan drie mensen dood gingen. En daarvoor een dag dertien oproepen met vier doden. We zijn vaak met dood bezig. Als iemand levend in het ziekenhuis aankomt, dan denk ik: die redt het wel. Dan hoef ik verder niets te weten. Ook uit zelfbescherming, omdat ik anders met al die patiënten in mijn hoofd ga zitten. Maar in de wandelgangen hoor ik wel over m’n eigen patiënten waar ik benieuwd naar ben.”

Een van de redenen van zijn interesse in de patiënten, is dat de hart-longmachine een proef is. Lifeliners 2 en 3 hebben er een aan boord, de twee andere traumahelikopters in Amsterdam en Groningen krijgen er binnenkort een. Nederland is dan het eerste land waarin alle traumahelikopters met zo’n apparaat aan boord vliegen.

Hart-longmachine
Xavier is een van de trauma-artsen die collega’s traint in het gebruik van de hart-longmachine, zodat ze in allerlei situaties kunnen opereren. Ze trainen in de vrieskou op een waaierig open veld, of in de kleine garderobe van de trauma-artsen zelf. Het is het nabootsen van de werkelijkheid, want soms moet een patiënt in een kleine slaapkamer worden geopereerd waar de artsen nauwelijks ruimte hebben om te bewegen. Vanuit de hele wereld komen medisch specialisten naar Rotterdam om over de ervaringen te horen. Hartstikke gaaf, vindt Moors.

Net als voor zijn werk zoveel vliegen in de helikopter, trouwens. “Ik heb een keer of zes tijdens oud en nieuw een dienst gedraaid. Dat is een bijzondere shift, hartstikke leuk om te doen. We hebben een ontzettend hecht en klein team. 12 artsen, 8 verpleegkundigen en 7 piloten. We maken met een beperkt aantal mensen bijzondere dingen mee. We weten alles van elkaar, kennen elkaars families en delen natuurlijk ervaringen op het werk. Alleen mijn collega’s weten ook hoe het ergens rook, of het regende, hoe het eruit zag…”

Toch heeft ook een trauma-arts minder spannende gevallen. “Bij ons is dat als iemand van de trap is gevallen en een hoofdwond heeft. Dat is voor ons een beetje een standaard-inzet.” Moors was als student al ambulancechauffeur en heeft altijd het liefst op straat gewerkt. “Buitenspelen is het leukste, dat geeft aan alles een extra dimensie.”

Dit is een verhaal van onze mediapartner Rijnmond.