Terwijl Joost een fles port jat, wordt hij zelf van iets veel groters bestolen

0
212

REGIO – Het is al de zoveelste keer dat hij drank steelt, maar de officier en rechter zien dat Joost geen gewone dief is. Hij heeft spijt en schaamt zich. De advocaat noemt Joost geen crimineel, maar een patiënt. Ondertussen hangt hem wel een fikse celstraf boven het hoofd.

“U heeft gestolen”, zegt de rechter. “Klopt!”, antwoordt Joost*. “Ik ben alcoholist.” Zo, dat is duidelijk.
Een andere vraag is er nog wel. “Was het wijn of was het port?”, wil de rechter weten.

“Ik had al gedronken, ik weet het niet meer zeker. Maar mijn gevoel zegt port. Daar zit meer alcohol in.” Joost loopt in de rechtszaal niet weg voor de realiteit. Zijn leven is uit de rails gelopen.

‘Ik ben ooit gaan drinken met een vriendin, helaas’
De 60-jarige Joost is vriendelijk, rustig en open over zijn situatie. Er ontstaat een goed gesprek met de rechter. “Uw verslaving… weet u hoe dat komt?”

Het zijn verschillende factoren, vertelt Joost. “Ik heb me er een hele tijd mee bezig gehouden, maar het leidt me af van herstel. Het zijn dingen uit het verleden, dingen in mijn familie. Ik ben ooit gaan drinken met een vriendin. Helaas.”

“Ik zie dat u als fotograaf naar de oorlog bent geweest om foto’s te maken. Rwanda.” De rechter vertelt over een heftige tijd uit Joosts leven.

“Ik heb er therapie voor gehad. Het hielp. Maar niets helpt helemaal, dat het nooit meer gebeurt. Drinken. Het tast mijn geheugen aan. Mijn intelligentie is goed, maar mijn korte termijngeheugen is kapot. Ik heb moeite met emotie. Als ik blij ben, ben ik euforisch. Andersom ook.”

“Dan helpt drank wel, denk ik”, zegt de rechter over die emoties. “Tja, als er een pilletje voor was..”, is de reactie. Joost weet dat hij zichzelf ook lichamelijk in gevaar brengt. “Korsakov? Nee, nog niet. Maar als ik zo door ga, komt dat wel.”

‘Ik ben geen domme man’
Joost is mager en oogt sportief. Hij is onopvallend gekleed met blouse en spijkerbroek. In de zaal zit er behalve de verslaggever alleen een oudere dame. Dat is de moeder van Joost. Ze oogt kwiek en veel jonger dan de vermoedelijk hoge leeftijd die ze heeft. Ze is er om haar zoon te steunen.

“Vorig jaar ben ik een heel jaar abstinent geweest. Maar vooral met de feestdagen werd het moeilijk”, zegt Joost. Het ging dus lange tijd goed. Tot de dag van zijn diefstal.

De rechter vraagt wat voor straf Joost eventueel voor zich ziet. “Het lastige van een gevangenisstraf is dat ik uit het programma word gehaald. Het gaat nu al een tijd goed.”

Dan gaan we nu naar de verdenking zelf, de gestolen fles port. Het is bepaald niet de eerste keer dat hij een fles drank heeft gestolen, blijkt uit het strafblad van Joost. “Hoe stom kan ik zijn? Ik ben geen domme man. Ik accepteer het vonnis en maak er geen woorden aan vuil.”

Lievelingsfiets
Joost heeft de winkelier meteen nadat hij betrapt werd 180 euro betaald voor alle gedoe. Dat was hij niet verplicht. “Dat iemand dat doet, heb ik niet vaak gehoord”, zal de rechter er later over zeggen.

De fotograaf heeft een bijzondere hobby, zo blijkt vervolgens. Hij restaureert antieke racefietsen. Als hij op weg gaat voor de fles port is hij op zijn lievelingsfiets uit 1982 naar de supermarkt gereden.

Nadat hij wordt aangehouden, zit hij een nacht in de cel. “Toen ik de volgende dag mijn fiets ging halen was die weg. Uiteraard. Ik voel me eigenlijk al behoorlijk gestraft.”

Joost maakt zich zorgen over zijn gezondheid. Hij heeft mogelijk kanker. “Ik kan geen hulp vragen”, zegt hij. Dan schiet hij vol. “Maar nu lukt dat wel”, zegt de rechter. “En dat is knap, met uw moeder erbij.”

Joost knikt. “Mijn moeder steunt me, mijn vader ook”, zegt hij door zijn tranen heen. “Dat ik niet goed over mezelf kan praten, heb ik van mijn vader. Mijn moeder is meer van het emotionele en mijn vader van het praktische. Als er bijvoorbeeld schulden moeten worden betaald.”

Het is nu de beurt aan de officier van justitie.

“Meneer is zwak, zegt hij. Ik vind juist dat hij heel sterk is. Maar dit is een vervelend feit. We willen niet dat het nog een keer gebeurt. Ik zou een forse gevangenisstraf kunnen vragen, maar dat lijkt me niet verstanding.”

Ze eist een fikse voorwaardelijke celstraf van maar liefst een maand. Daarnaast moet Joost verplicht zijn behandeling voortzetten, urinecontroles ondergaan en zich melden voor gesprekken bij de reclassering. De officier wil ook een taakstraf van 28 uur.

‘Verslaving is een ziekte’
“Ik kijk er anders tegenaan”, zegt de advocaat van Joost. “Wat mij betreft praten we hier niet over een crimineel, maar een verslaafde. Verslaving is geen keuze, verslaving is een ziekte. Patiënten moet je niet straffen, tenzij het niet anders kan. Hij steelt een fles van zes euro. Hij is dronken en schaamt zich rot. Ondertussen wordt zijn bijzondere fiets gestolen. Die diefstal is vele malen erger dan zes euro.”

Hij wil liever een voorwaardelijke taakstraf voor Joost. “Mijn cliënt is van goede wil. Hij wil niet meer drinken. Soms heeft hij een kleine terugval of een grote terugval. Maar dat is dan wel één grote brok ellende. Wat is het nut van straf voor iemand die steelt onder deze omstandigheden? Iemand die niet steelt voor de heb.”

Mocht het toch een taakstraf worden, dan zal die worden uitgevoerd, zegt de advocaat. “Moeder houdt de agenda bij. Dat moet lukken.”

Het vonnis
“Het feit is heel eenvoudig. Maar hoe moet dit verder?”, opent de rechter zijn vonnis. “Het probleem met uw achtergrond is dat dit al heel vaak is gebeurd. U heeft al 180 euro betaald en ik zie dat het u spijt. Toch is het ook zo dat u geen psychische stoornis heeft. De dronkenschap, daar gaat een beslissing van u aan vooraf.” Joost knikt, hij is het ermee eens. Hij had het eerste glas ook niet kunnen drinken. De straf is conform de eis. “Ik ben helemaal tevreden, hier kan ik goed mee leven”. Dan verlaat hij samen met zijn moeder de rechtszaal.

*De naam van de verdachte is vanwege privacyredenen gefingeerd. De redactie van Rijnmond kent zijn ware identiteit.

Dit is een verhaal van Maurice Laparlière voor onze mediapartner Rijnmond.