REGIO – Het lijkt bepaald niet de misdaad van de eeuw als een groep mannen ’s nachts met veel herrie inbreekt op een bedrijfsterrein. Een buurtbewoner wordt wakker en ziet dat een van hen een opvallende broek aan heeft. Maar staat nu wel de juiste man voor de rechter?
“U heeft dit al vaker meegemaakt, u weet hoe dit werkt”, zegt de rechter. “Helaas wel”, is het antwoord. Steef* is samen met zijn advocaat en zijn vriendin naar de Rotterdamse rechtbank gekomen. Hij is hier niet voor het eerst. “Over het rapport over u gaan we het ook hebben”, zegt de rechter. “Daar staan wel wat indrukwekkende dingen in.”
Steef is netjes gekleed in een blauwe trui. Zijn hoofd is gegroefd en zijn armen zijn pezig. Je kunt zien dat hij op zijn vijftigste waarschijnlijk al een heel leven achter de rug heeft.
“Ik ben benieuwd hoe het met u gaat”, vraagt de rechter. “Aardig goed”, antwoordt Steef. “Maar ik moet wel elke dag vechten.”
We komen te spreken over de bewuste nacht van zondag op maandag. “We hadden naar Ajax-Feyenoord gekeken”, zegt Steef. “Daarna zijn we met een gehuurde bus spullen op gaan halen. Mijn vriendin ging verhuizen. We zouden naar de stort gaan. We gingen rijden en toen ik stilstond werd ik een tijdje later aangehouden.”
De rechter kijkt Steef aan. “Maar uw dossier zegt wat anders.” Daar reageert Steef luid en duidelijk op. “Ik ben er niet geweest, meneer!”
Zwart broek met witte streep
Zo moet het volgens het OM in grote lijnen zijn gegaan: de bus parkeert net na middernacht bij een werklocatie van netbeheerder Stedin. Drie mannen en een vrouw stappen uit. Een aantal mannen klimt over het hek. Even later snerpt het lawaai van een slijptol door de duisternis. Ze maken een slot kapot en de herrie waaiert over de wijk.
Een bewoner wordt wakker en ziet mensen over het terrein van Stedin rennen. Hij herkent duidelijk een man in een zwarte broek met witte streep. Een grote kerel ook nog, misschien wel twee meter lang. Hij belt de politie.
“Dat zou u moeten zijn”, zegt de rechter over de getuigenis. Er valt een stilte in de zaal.
“Maar dat is heel knap”, zegt Steef rustig. “Want ik ben nooit op dat terrein geweest. En ik heb ook geen zwarte broek met een witte streep.
In het busje vinden gearriveerde agenten een stuk of wat rollen tape. Daar gaat deze zaak uiteindelijk over: de diefstal van rollen tape.
Steef zegt dat hij niets van plannen voor een diefstal wist. “De jongens waren uit de bus. Maar mijn vriendin en ik waren gaan wandelen. We hadden ruzie gehad en wilden het uitpraten. Zij zaten in de achterbak. Geen idee wat ze bijhadden. Er lagen spullen in de bus waar ik geen weet van had”, formuleert hij netjes met zijn Rotterdamse tongval.
De vriendin van Steef bevestigt het goedmaakgesprek na de ruzie en weet ook dat Steef helemaal niet de bewuste zwarte broek met witte streep heeft. Zelf is ze deze zittingsdag toevallig gekleed in een zwartwit gestreepte jurk.
“Als u denkt dat ik in uw gezicht zit te liegen.. ik ben er gewoon niet geweest en kan niets voor u doen”, besluit Steef. Hij praat rustig en zeker niet onvriendelijk. Hij oogt zelfs een beetje aangeslagen door de beschuldiging.
‘Rare zaak’
De rechter vraagt naar Steefs leven. Er is best een aardig strafblad met onder andere diefstal. En er zijn drank en drugs. “Ik ben van de alcohol af en aan het minderen met amfetamine. Ik wil echt stoppen met de drugs. Ik heb verkeerde relaties gehad. Maar zij heeft een goede invloed op mij. Ik heb een urgentieverklaring voor een woning gehad en ik wil weer in de steigerbouw gaan werken.”
Dat doet denken aan drie W’s die de Rotterdamse rechters zo belangrijk vinden: woning-werk en ‘wijf’. De vriendin van Steef leeft vanaf de achterste rij met hem mee.
“Die broek met streep, geeft mij de overtuiging dat er voldoende bewijs is”, zegt de officier van justitie. “U heeft vaker ingebroken. Dit is u allemaal niet onbekend. Dit is niet wat wij willen, we willen niet dat u dit nog een keer doet.” Steef schudt van nee en buigt zijn hoofd. De eis is 120 uur taak en 30 dagen voorwaardelijke celstraf. Eén dag zat Steef al vast.
“Rare zaak hè”, zegt de advocaat van Steef. Het is meteen duidelijk: hoe bescheiden de diefstal ook is, de raadsman gaat ervoor. Energiek houdt hij zijn pleidooi. “Dat er iets is gepoogd is wel duidelijk. Getuige ziet een licht getinte man. Nou, ik vind hem niet licht getint. En hij heeft helemaal geen zwarte broek met een witte streep.”
De advocaat laat foto’s zien uit het dossier. En inderdaad, daar hebben we een licht getinte beer van een kerel, maar dat is duidelijk niet Steef. Heeft de politie hier de inzittenden van de bus door elkaar gehaald?
De advocaat rondt zijn pleidooi af. “Meneer doet dit niet meer. Mevrouw heeft kinderen. De politie heeft de deur er al twee keer uitgelopen.” De advocaat doelt op twee huisinvallen vanwege de aanwezigheid van Steef. Dat is een deel van zijn leven waar hij voorgoed vanaf wil.
Het vonnis
“U zegt dat u bent gaan wandelen met uw vriendin”, zegt de rechter. “Dat kan waar zijn, maar het zegt me niet veel. Maar we stellen ook vast dat u niet de man van twee meter bent. Om tot een veroordeling te komen, moet ik sterk bewijs hebben. Ik kan me moeilijk voorstellen dat u van niks wist, maar de lat ligt hoog om veroordeeld te worden. Die lat haalt u niet.” Dat betekent dat Steef de rechtszaal kan verlaten met vrijspraak.
*De naam van de verdachte is om privacyredenen gefingeerd. De redactie van Rijnmond kent zijn echte naam.
Dit is een verhaal van Maurice Laparlière voor onze mediapartner Rijnmond.