Said verstopt flessen drank in de kledingkast en zet de boel op stelten

0
199

REGIO – Said komt op een avond laat thuis en krijgt schreeuwende ruzie met zijn vrouw. Hun dochter gaat daaronder gebukt. Vader smijt ook nog met een deur, zodat een raam sneuvelt. De rechter moet oordelen of Said straf krijgt voor zijn kwade dronk.

“Aangenaam meneer, ik ben Said.” Nog voor de zaak is begonnen heeft de verdachte zich al voorgesteld aan de man in de zwarte toga.

Dat zie je niet vaak in de rechtszaal. Nooit eigenlijk. Normaal trapt de rechter af, stelt hij de identiteit van de verdachte vast en legt hij uit wat er in grote lijnen gaat gebeuren. Said gaat meteen vrolijk verder. “Meneer, u heeft zwijgrecht. U hoeft dus niet te antwoorden en u moet nu even luisteren”, komt de rechter tussendoor..

“Wat is er gebeurd”, vraagt de rechter. “Er was een alcoholprobleem”, zegt Said*. “Mijn vrouw zei: je mag niet drinken. Ze zei: jij hebt gedronken. Jij hebt een fles verstopt in huis. Maar zij praat teveel. Ik heb de deur dichtgegooid. Toen ging het raam kapot.”

Said – Somalische achtergrond – heeft zwarte krulletjes en een tenger lichaam. Hij praat druk en met veel armgebaren. Hij klinkt zeker niet boos of onvriendelijk.

Dialoog tijdens de zitting
Na het kapotte raam komt de politie naar Saids woning en zou hij vervolgens expres zijn blaastest hebben gesaboteerd. In plaats van te blazen, zou Said juist aan het rietje hebben gezogen. Na drie ongeldige resultaten is de politie er maar mee gestopt.

Voor het kapotte raam en de blaastest staat Said nu terecht. Behalve de verdachte en zijn advocaat is de zaal verder leeg. De overige gezinsleden zijn er niet.

Koffiebeker vol wodka
Het kan verkeren in de dertig minuten die deze zitting ongeveer duurt. De eerst nog drukke Said hangt even later slap in zijn stoel. Zijn hoofd legt hij neer op de verdachtenbank. Even later leeft hij weer op en moet de rechter vragen of hij wat rustiger wil praten.

“Heeft u voor deze zitting gedronken?”, vraagt de rechter. “Ja, meneer. Kleine flesjes wodka. In totaal een grote koffiebeker vol wodka.” Omdat Said nog redelijk bij zinnen lijkt gaan we gewoon door.

Eerst het raam. Said: “Het probleem begint bij mijn vrouw. Als zij niet zo zeurt over alcohol is er geen probleem.” De bewuste avond vindt de echtgenote twee verstopte flessen wodka. “Ze lagen in de kledingkast. Eén was leeg, de ander niet. De volle gooide ze weg.”

Said komt ’s nachts thuis, zijn vrouw is boos over flessen en de emoties lopen hoog op. Hij heeft weinig begrip voor zijn partner, zegt hij. “Ik wil drinken. Ik wil vrij zijn.”

Zoals vaak in de rechtszaal kent het verhaal ook een andere kant. Said heeft namelijk een tienerdochter. “Uw vrouw vindt u het probleem. Uw dochter ook”, zegt de rechter. “Uw dochter zegt: mijn vader kwam om half twee ’s nachts thuis en hij was boos. Hij schreeuwde. Uw dochter zegt dat u dagelijks dronken bent. Ze kan haar huiswerk niet goed maken, omdat u zo schreeuwt in huis. Ze kan niet tegen de ruzies. Wat vindt u daarvan?”

Uit huis gezet
Said zit inmiddels weer onderuitgezakt en denkt na. “Mensen moeten rustig praten met mij. Mijn vrouw moet niet zeggen dat ik niet moet drinken. Dan word ik een beetje agressief.”

Hij denkt weer even na. “Maar ik snap mijn dochter ook goed. Heel goed. Zij kan niet tegen ruzie. Dan kan ze niet leren. Ze wil gaan studeren.” Inmiddels zit hij weer recht overeind op zijn stoel. “Ik ben een goede vader. Ik werk en betaal de rekeningen. Ik heb geen uitkering.”

De rechter ziet dat toch anders. “Uw dochter zegt: wij weten niet wat we aan moeten met papa. Dan denk ik: hier is een probleem.” Moeder en dochter zijn inmiddels samen in actie gekomen en hebben Said uit huis gezet. Hij woont nu bij het Leger des Heils. “Het is duidelijk dat uw vrouw en dochter er een andere kijk op hebben”, zegt de rechter. Said ziet zijn vrouw en kind momenteel niet meer.

“Ik wil niet belerend overkomen, maar zit het probleem niet in de drank?”, vraagt de rechter. “Nee, dat is niet zo.” Daar is Said van overtuigd. Zijn vrouw moet hem gewoon een beetje ruimte geven om met zijn vrienden te hangen en te drinken en dan komt het wel goed. “Maar de reclassering maakt zich zorgen over uw alcoholgebruik”, zegt de rechter.

Advocaat van Said over de mislukte blaastest
Nu mengt de officier van justitie zich in het gesprek. “Mijn vraag is heel simpel. Wilt u ophouden met drinken?” Said knikt. “Als zij dat willen, doe ik dat. Dat heb ik eerder gedaan.”

Het leven bij het Leger des Heils bevalt hem niet goed. En vooral wil hij vrouw en kind weer zien. “Wilt u ook hulp hebben?”, vraagt de aanklager. “Als zij en u dat willen, doe ik het.” De officier wil als straf een boete en waar mogelijk hulp voor Said.

Het kapotte raam valt niet te ontkennen, zegt de advocaat, maar de foute blaastest wel. “Meneer rookt shag. Dat helpt niet met de longcapaciteit. Verder speelt de taalbarrière een rol. Hij vroeg nog een keer te mogen blazen. Verdachte wilde geen sabotage plegen.”

Het vonnis
“Uw dochter zegt: ik wil studeren, maar mijn vader is dronken en schreeuwt. Dat vind ik zorgelijk en u lijkt het niet te zien”, zegt de rechter. “Ik snap dat uw vrouw zegt: hoeveel drank heb je nu weer op?” Said krijgt twintig uur taakstraf en kan via de reclassering gebruik maken van hulp voor zijn alcoholgebruik. De blaastest ziet de rechter door de vingers. Said brengt zijn hand naar zijn hart als hij het vonnis hoort. “Dankuwel!” De rechter zegt tot slot: “Nog één keer: niet teveel drinken hè.”

Dit is een verhaal van Maurice Laparlière voor onze mediapartner Rijnmond.