Biokaasboeren André en Nico krabbelen weer op na faillissement, maar voorlopig nog wel zonder koeien

0
336
Foto: Rijnmond

ALBLASSERWAARD – Het was een vrijdagmiddag in juni, alweer vijf maanden geleden. Maar voor de broers Nico en André van Houwelingen voelt het als de dag van gister. Alle zeventig koeien van de kaasboerderij werden die dag ingeladen en met twee vrachtwagens afgevoerd. Het was het dramatische slotstuk van een lange periode van financiële tegenslag, die uiteindelijk resulteerde in een faillissement. Toch gloort er dankzij een financiële injectie van de provincie Zuid-Holland weer hoop voor de familie aan het uiterste randje van Alblasserdam, tegen Kinderdijk aan.

“Het was een afschuwelijk moment, dat ik nooit meer hoop mee te maken,” zegt Nico terwijl hij zijn blik over de lege landbouwgrond laat gaan. Hier in dit Natura 2000-gebied liepen decennialang de Montbéliarde koeien die de melk leverden voor de bekende Biokaas Kinderdijk. Tegenwoordig is de drassige grond van de Blokweer-polder het domein van de Purperreiger, de Zwarte Stern en de Smient. De melk voor de kaas komt voorlopig van andere boerderijen.

De tranen staan in zijn ogen als Nico terugdenkt aan de dag dat hij samen met zijn broer en schoonzus hun levenswerk als zand door hun handen zag wegglippen. De familie sloot zich op in het woonhuis en kwam pas weer tevoorschijn nadat de vrachtwagens met de koeien waren verdwenen. Er zijn filmpjes en foto’s van dat moment gemaakt, maar Nico heeft geen behoefte ze te bekijken. Het is te pijnlijk.

Foto: Rijnmond

“Een boerderij zonder koeien, dat is geen boerderij,” klinkt het bitter. Toch zat er niets anders op. De kas was leeg. Schuldeisers stonden letterlijk aan de poort. Een faillissement was onafwendbaar. De financiële man van het boerenbedrijf blikt liever niet terug op die zwarte periode. Maar nu de boerderij weer langzaam uit het dal weet op te klimmen, is hij bereid een toelichting te geven terwijl broer André in de kaasmakerij de kazen keert voor de kaaspers.

Molens van Kinderdijk
De kaasmakerij is gevestigd aan de Molenkade in Alblasserdam, waar toeristen een bezoek brengen aan de molens van Kinderdijk. En klanten uit heel Nederland hun weg weten te vinden naar de kaaswinkel van de familie. De inmiddels overleden Annigje van den Haspel begon hier ooit in de jaren 50 met de productie van ambachtelijke kaas.

Vanaf de jaren 80 kwam André van Houwelingen regelmatig bij de familie langs. Hij werkte overdag als werktuigbouwkundig tekenaar en hielp in zijn vrije tijd mee met de zorg voor de koeien en het werk op het land. Toen zijn werkgever failliet ging, besloot hij zich volledig op de kaasmakerij te storten. Hij had inmiddels de fijne kneepjes van het vak van ‘mevrouw’ Van den Haspel geleerd en besloot met haar een nauwe samenwerking aan te gaan.

Foto: Rijnmond

Waar Annigje de kaasmakerij in de garage van het woonhuis begon, liet André het bedrijf na haar overlijden uitgroeien tot een bloeiende onderneming. Op het hoogtepunt, vlak voor corona, produceerde de kaasmakerij ruim 500 duizend kilo kaas per jaar en werkten zeventien mensen in het bedrijf. “We hadden zeventig koeien en kalveren en maakten koeien-, geiten-, schapen- en buffelkaas voornamelijk voor klanten uit heel Nederland maar ook gedeeltelijk voor de export,” vertelt Nico trots.

Omzet loopt terug door corona
In het eerste coronajaar kreeg het bedrijf de eerste tegenslag te verwerken. De horeca moest dicht, de omzet liep terug. “Maar de melk bleef gewoon geleverd, want koeien en schapen trekken zich niets aan van corona. Ook de kaasproductie ging dus gewoon door.” Een deel van de productie kon nog aan het buitenland worden geleverd, maar in het tweede coronajaar ging ook daar alles op slot.

“De schappen lagen hier bomvol kazen die we nergens kwijt konden. Maar kaas kun je hoogstens een jaar bewaren, daarna is-ie overjarig en levert hij niets meer op.” Toen daarna ook de oorlog tussen Oekraïne en Rusland uitbrak en de melk- en energieprijzen stegen, zat de familie met de handen in het haar. Hoe zouden ze hier ooit nog bovenop komen?

“Als klap op de vuurpijl liep in januari ook nog eens ons energiecontract af en moesten we 25.000 euro meer per maand gaan betalen. Dat konden we financieel niet lang meer bolwerken. Een faillissement was onafwendbaar ondanks dat de cijfers weer begonnen te keren.”
Slapeloze nachten

Slapeloze nachten
Nico noemt het een dramatische periode, vol slapeloze nachten, maandenlang. “Het was heel emotioneel voor de familie, de werknemers en ieder ander die bij het bedrijf betrokken is. Ook voor de leveranciers die hun geld niet kregen en dat soms niet konden verkroppen. We hebben een tijdlang de poort dichtgehouden, hebben het werk vier weken stilgelegd. En ondertussen hebben we samen met de curator gezocht naar oplossingen voor een doorstart.”

Dankzij diverse financiers, goedwillende melkleveranciers en de provincie Zuid-Holland ziet de toekomst er inmiddels minder grauw uit voor de kaasmakerij. Vooral door de aankoop van 12,5 hectare landbouwgrond door de provincie kon het levenswerk van André het bedrijf weer teruggekocht worden. En draait de kaasproductie inmiddels weer volop.

Broer Nico: “We waren al met de provincie in gesprek omdat ze van dit hele gebied een natuurgebied willen maken. De overdracht vond uiteindelijk eerder plaats dan gepland. Maar het is wel onze redding gebleken. Een deel van ons personeel en onze melkleveranciers is weer terug en we hebben weer vertrouwen in de toekomst. Maar we hebben wel een harde les geleerd. Dit willen we nooit meer meemaken.”

A2-kaas
Gelukkig hebben de klanten de winkel nooit uit het oog verloren. Want de kaasboerderij maakt niet alleen een prijswinnend ambachtelijk biologisch product, maar blijkt ook een uniek zuivelproduct in huis te hebben: de A2-kaas. “Wij dachten altijd dat er meer producenten van deze kaas waren, maar toen we failliet gingen, kregen we vanuit heel Nederland de vraag naar deze kaas. Het is een soort die voor de mens makkelijker verteerbaar is dan gewone kaas en daardoor ook door mensen met koemelkintolerantie gegeten kan worden. Mensen zijn echt heel blij dat we de A2 gewoon weer kunnen leveren.”

Terug naar het weiland zonder koeien. Keren de graseters ooit nog terug? Wat Nico en André betreft zeker. Zodra de financiën het toelaten, hopen de broers snel weer een koppel te kunnen aankopen. Ze laten de koeien dan het liefst weer tijdelijk op ‘hun eigen’ weiland rondlopen, zolang het nog geen natuurgebied is. De gesprekken met de provincie daarover zijn gaande.

Dit is een verhaal van Jelle Gunneweg voor onze mediapartner Rijnmond.