Advocaat Bénédicte Ficq strijdt tegen Chemours: ‘Dat zo’n CEO moet zeggen dat hij de komende maanden in de gevangenis zit’

0
251
Chemours en advocaat Bénédicte Ficq, foto: Rijnmond

REGIO – De eerste slag in haar strijd tegen Chemours uit Dordrecht was vorige maand. Het Openbaar Ministerie neemt de 3 duizend aangiften van ‘bezorgde burgers’ die het via advocaat Bénédicte Ficq kreeg zo serieus dat een strafzaak tegen de chemiereus in voorbereiding is. Rijnmond vroeg de bekende strafpleiter hoe de zaak er nu voor staat.

Advocaat Bénédicte Ficq (65) werd tijdens haar carrière door vakgenoten jarenlang achter elkaar bekroond tot strafpleiter van het jaar. “De vrouw die net zo hard kan beuken als Badr Hari”, schreef De Volkskrant in dikke letters toen ze de kickbokser verdedigde.

Ook stond ze crimineel Dino Soerel bij, de vermeende ex-zakenpartner van Willem Holleeder. De laatste jaren bestrijdt ze vooral multinationals, zoals nu dus Chemours, op de Baanhoekweg in Dordrecht. Volgens Ficq verzweeg Chemours het gevaar van het uitstoten van de chemische stof PFOA en vroeg het bedrijf onder valse voorwendselen jarenlang een vergunning aan. PFOA was tot 2012 de stof waarmee Chemours onder meer teflonpannen maakte.

Het stof is neergedaald. Het Openbaar Ministerie onderzoekt nu of ze een strafzaak tegen Chemours start. De bal ligt bij het OM, zou je zeggen. Bent u er toch nog mee bezig?
Bénédicte Ficq: “Ik ben er altijd mee bezig. Er komen nog steeds mails met tips binnen. Mensen hebben dingen gehoord of gezien. Ook zijn er deskundigen die zich melden. Dat stuur ik allemaal door naar het OM. Ik heb een contactpersoon en daar gaat mijn informatie naartoe. Zij sturen het dan weer door naar de twee officieren van justitie die op de zaak zijn gezet. Die beoordelen uiteindelijk of de informatie nader onderzoek behoeft. Dit is niet een proces dat ophoudt als de aangifte is ingediend.”

Wat voor soort informatie krijgt u binnen?
“Kijk, mensen weten iets of horen iets. Vaak wonen ze in de buurt van Chemours en zijn ze gefrustreerd. Ze willen gehoord worden. Soms willen die mensen zich aansluiten bij de zaak. Dat kan nog steeds en dat gebeurt ook. Die zeggen dan: ‘Ik heb ook altijd eieren gekocht van de kippenboer uit de buurt.’ Het zijn vaak dingen die hen verontrusten.”

Twee officieren van justitie op deze zaak, dat zie je niet heel vaak. Wat zegt dat u over de haalbaarheid van een strafzaak?
“Het is een heel groot onderzoek en een heel grote zaak. Ik begrijp goed dat je dat niet in je eentje kunt doen en dat je samen moet kunnen brainstormen. En vergeet niet: er staat natuurlijk een batterij advocaten van Chemours te trappelen om van alles te doen als het Openbaar Ministerie steken laat vallen. Als er bijvoorbeeld iets niet goed is uitgezocht. De aangifte gaat over het crimineel vervuilen in combinatie met gezondheidsgevaren. Dat is een ernstig misdrijf. Daar staat twaalf tot vijftien jaar celstraf op.”

De uitvinding van PFAS, bijna een eeuw geleden, was een zegen voor veel huisvrouwen, foto: Rijnmond

Het Openbaar Ministerie heeft een tekort aan mensen en er liggen nog veel zaken op de plank. Je zou zeggen dat ze zeker van hun zaak zijn als er zoveel mankracht geïnvesteerd wordt.
“Ik heb geen glazen bol en het is moeilijk om te zeggen of het een zaak wordt. Op basis van deskundigenrapporten verwacht ik van wel. Er is ook de civiele rechter die een ontzettend pittige uitspraak in een tussenvonnis heeft gedaan. Er ligt dus al best wat bewijs tegen Chemours. Dan is de kans groot dat de vervolging wordt doorgezet.”

Twaalf tot vijftien jaar.. wilt u ook echt mensen achter de tralies?
“Ik denk dat het uit preventief oogpunt belangrijk is dat dat gebeurt. Ik zie niet in waarom iemand die een ander in een emotionele bui een oplawaai verkoopt en zijn kaak breekt wél een paar maanden de cel in gaat en de verantwoordelijken binnen Chemours niet. Ik weet van informanten op de Amsterdamse Zuidas dat de grote bazen van bedrijven totaal niet onder de indruk zijn van geldboetes. Die worden soms gewoon bij de verzekeraar ingediend. Maar het vooruitzicht van de cel, ja, dat boezemt angst in. Dat een CEO op borrels en partijen moet zeggen: ja sorry, maar de komende maanden ben ik er misschien even uit. Hoezo? Euh, dan zit ik in de gevangenis. Dat is qua schaamte wel een ander verhaal. Ik hoor van mijn bronnen dat dit er echt inhakt bij de leidinggevenden.”

Uw zaak richt zich op de periode 1984 tot 1998, toen Chemours met de stof PFOA werkte. Wat als de verantwoordelijke leidinggevenden inmiddels gepensioneerd zijn? Of aan het einde van hun leven zijn?
“Daar houden rechters in hun straffen rekening mee in ons land. Deze zaak is een belangrijke stimulans om gewoon echt iets te veranderen bij onnadenkende, onverschillige en op winst gerichte CEO’s van vervuilende bedrijven.”

Foto: Hans Hulswit

U bent ook betrokken bij een soortgelijk proces tegen staalconcern Tata Steel uit IJmuiden. Die lijkt op de mogelijke zaak tegen Chemours. Daar is nog altijd niet duidelijk of het tot een proces komt..
“Dat onderzoek loopt nu bijna twee jaar. Het is gewoon een heel ingewikkelde zaak. Je moet eerst bewijs hebben voor het strafbare feit en daarna moet je er mensen aan kunnen koppelen. Als het met Chemours ook twee jaar gaat duren, dan zou me dat niks verbazen.

Toch is nog altijd niet onomstotelijk duidelijk dat je van PFAO kanker kunt krijgen.
“Ja, maar dat is ook precies de reden van het opzettelijk en crimineel vervuilen waardoor er gevaar voor de openbare gezondheid ontstaat. Dat risico wordt ondersteund door verklaringen van deskundigen en kon je zien in de uitzendingen van tv-programma Zembla.”

Een ander aspect is de werkgelegenheid waarvoor een bedrijf als Chemours zorgt in Dordrecht en omstreken. Hoe kijkt u daar tegen aan?
“Die werkgelegenheid hoeft helemaal niet in gevaar te komen, als er helemaal niets meer uit de pijp komt en als er niets vervuild wordt. Als daar goed in geïnvesteerd wordt, zou het produceren van minder gevaarlijke stoffen gewoon kunnen doorgaan. Het kan natuurlijk nooit zijn dat gezondheid minder belangrijk is dan de omzet van zo’n bedrijf. Natuurlijk heb ik begrip voor alle mensen die hun baan willen houden. Maar ik weet ook dat er op dit moment een enorm tekort aan mensen is om alle vacatures op te vullen. Die vinden dus waarschijnlijk wel werk. Maar ook de werknemer zelf zou niet moeten willen dat hij het gevaar loopt dat zijn leven verpest wordt. Gezondheid en liefde voor anderen zijn toch belangrijker dan werken in een fabriek waar je mogelijk zelf ook ziek van wordt.”

U bent ten strijde getrokken tegen de tabaksindustrie, tegen Tata Steel en nu tegen Chemours. Krijgt u ook negatieve reacties?
“Ja, vooral bij Tata. Bij Chemours nog niet. In het geval van Tata van mensen die er werken en die van hun werk houden. En dat begrijp ik wel. Maar ik doe dit met een goed hart. Ik doe het niet om hen dwars te zitten.”

Dit is een verhaal van onze mediapartner Rijnmond.