Als piloot van de traumaheli moet Marieke stalen zenuwen hebben

0
295
Foto: Rijnmond

REGIO – Een hartoperatie midden op straat. Een risicovolle landing op een piepklein veldje tussen hoge gebouwen. Werken op de traumahelikopter vereist stalen zenuwen. De 41-jarige piloot Marieke Fikkert deinst er niet voor terug. Zo snel mogelijk vliegt ze arts en verpleegkundige daar waar ze hard nodig zijn om levens te redden. Haar kracht: supersnel in de lucht en voorzichtig bij de landing.

“We hebben een fietser met bloed uit het hoofd.” Gemiddeld tien keer per dag komt er bij de Rotterdamse traumahelikopter een oproep binnen. Het team is gestationeerd in een kantoortje op het terrein van Rotterdam The Hague Airport. Zodra de pieper gaat, is het gelijk actie. De piloot checkt de weersomstandigheden en loopt door naar het helikopterplatform. Al gauw volgen verpleegkundige en arts. In de helikopter ligt alles al klaar. Alleen het donorbloed uit de koeling moet nog mee.

Ieder heeft zijn eigen taak. De arts is verantwoordelijk voor het medisch handelen, de piloot is de baas over het vliegen en de verpleegkundige heeft een dubbelfunctie. Die is zowel bijrijder van de piloot als assistent van de arts.

Overdag zijn ze binnen twee minuten in de lucht en binnen 20 minuten kunnen ze overal in de regio zijn. Snelheid kan het verschil maken. De taak van piloot Fikkert is om het medisch team snel, veilig en zo dichtbij mogelijk bij het incident te krijgen. Voor het laatste stukje staan wanneer nodig politiewagens klaar om arts en verpleegkundige naar de exacte plek te vervoeren.

Foto: Benjamin de Puijker

Strak inparkeren
Op de gekste plekken moet ze de helikopter aan de grond kunnen zetten. “Ik kan vrij strak en snel inparkeren.” Voordat je bij de traumaheli aan de slag kan, moet je er minimaal 1000 vlieguren als gezagvoerder op hebben zitten. Fikkert heeft twintig jaar gevlogen voor Defensie, ook tijdens vredesmissies. Ze heeft nog geen dag spijt van haar overstap. Bij Defensie vloog ze in een grote Cougar helikopter. Vliegen met de traumaheli is als ‘rijden in een sportwagen’: vlot, soepel en dynamisch.

Denk niet dat het een makkie is. Eén blik in de cockpit en je schrikt van de hoeveelheid knoppen, lampjes, schermen en schakelaars. Met de voetpedalen bedient ze de staartrotor, met de stuurknuppel op rechts de rotorbladen en op links zit de ‘collective’ voor stijgen en dalen. Je moet alles tegelijk kunnen.

Foto: Marieke Fikkert

Bijzondere plekken
De bijzonderste landingsplek tot nu toe was het plein van Rotterdam Centraal. Het was een van haar eerste klussen zeven maanden geleden. Een imposante maar ook best een riskante plek, zo bleek. “Op een paar meter boven de grond ontstond er turbulentie en begon de helikopter te schudden.” Door de hoogbouw en de grote luifel kan je daar last krijgen van botsende windvlagen.

Ook in zo’n spannende situatie houdt Fikkert haar hoofd koel. Ze is trots op de landing bij Rotterdam Centraal, vooral omdat het medische team dan snel aan de slag kan. “Het is zo stoer wat ze op straat aan medische zorg leveren.” Ze is zelf geen medicus en kijkt er met bewondering naar. “Ze kunnen op straat zelfs opereren.”

Foto: Rijnmond

Operatie op straat
De meldkamer schakelt de traumahelikopter in als de situatie zo ernstig is dat elke seconde telt. Het medisch team van de traumahelikopter kan op straat ziekenhuiszorg verlenen. Daarvoor hebben ze apparatuur en pijnstillers aan boord. Een snelle start van een behandeling is van levensbelang.

Parasols
Een behandeling op straat is teamwork. Iedereen helpt mee: van arts, verpleegkundige, ambulancepersoneel tot de piloot. Fikkert: “Zij gaan vaak helemaal op in de operatie en merken niets van wat er om hen heen gebeurt. Ik geef spullen aan en houd een oogje in het zeil.” Zo was het van de zomer snikheet tijdens een spoedoperatie op straat van een zwaargewond slachtoffer van een steekpartij. Ter bescherming tegen de brandende zon heeft Fikkert parasols geregeld bij de buren. Agenten bewaken dan de traumaheli.

Voor dit werk moet je tegen narigheid kunnen. Verkeersongelukken, steekpartijen, ongevallen en reanimaties. Alles komt voorbij. Ze ziet mensen in de meest nare, afschuwelijke en kwetsbare momenten. Ze bekijkt het van een nuchtere, positieve kant. “Het is al gebeurd en wij kunnen het alleen maar beter maken.”

Lifeliner in het Vondelpark, foto: Van Steenis Publicaties

Drama Rotterdam
Tijdens het bloedbad van Fouad L. eind september in Rotterdam had Fikkert dienst. Toen de traumahelikopter werd opgeroepen was de ernst van het drama nog helemaal niet duidelijk. Fikkert bracht de arts en verpleegkundige naar Rotterdam-West om daar eerste hulp te verlenen. “Het was heel vreemd. Het Erasmus MC was 500 meter verderop maar via het C2000-netwerk kregen we te horen dat we daar niet terecht konden. Even later hoorden we dat er een schietpartij was geweest.”

Uiteindelijk zijn ze toen uitgeweken naar het Sint Franciscus Ziekenhuis. Tuurlijk was ook Fikkert ondersteboven van dit drama en moest ze daarvan bijkomen. Heftige incidenten worden altijd besproken.

Meisjesdroom
Vliegen was altijd al haar meisjesdroom. Ze groeide op dichtbij vliegbasis Twente en zag daar de jets overkomen. “Dat wil ik ook, zei ik al als klein meisje.” Na de middelbare school meldde ze zich direct aan en scoorde goed op alle tests: evenwichtig, ruimtelijk inzicht, goede oog-handcoördinatie, gevoel voor bèta en aanleg voor vliegen.

Meestal gaat een patiënt met de ambulance naar het ziekenhuis en niet met de helikopter. Het kan wel maar het is een stukje krapper. “En als het gebeurt, maakt de patiënt er niks van mee, ze zijn dan al onder zeil.” Een ambulance is meestal sneller en prettiger. De traumaheli zit vol met medische apparatuur.

Ze draaien diensten van 12 uur op en 12 uur af. Zeven dagen in de week gaat het door. Vanwege deze continue paraatheid zijn er op de standplaats een keuken, woonkamer met tv en slaapkamers. ‘s Nachts gaan ze met een pieper naar bed. Als ze opgeroepen worden, kost het net iets meer tijd om op te starten. Ze vliegen dan met nachtkijkers.

Nachtkijker, foto: Rijnmond

Skyline Rotterdam
De traumahelikoper wordt 4.000 keer per jaar ingezet, dat is meer dan tien keer per dag. Soms kunnen ze niet uitvliegen. Dat gebeurt alleen bij slechte zicht en lage wolken. “Je moet de grond kunnen zien en obstakels kunnen ontwijken”, zegt Fikkert. Met hevige wind en storm kan de traumahelikopter vrij goed uit de voeten.
Op de terugweg kan Fikkert genieten van het uitzicht over Rotterdam. “De skyline is fantastisch, ook bij schemering. Ik heb ook al een vallende ster gezien.” Vanaf de grond kun je de Rotterdamse traumahelikopter en piloot Marieke Fikkert volgen via de app AirAssist.

Cockpit, foto Rijnmond

Lifeliner 2
De Rotterdamse traumahelikopter – officieel lifeliner2 genoemd – bestrijkt een heel groot gebied: Zuid-Holland, Zeeland en een deel van Brabant. Overdag is-ie binnen twee minuten in de lucht en ‘s nachts binnen vijf minuten. Ze vliegen met 240 km/u naar een incident. Een landingsplek moet minimaal 25 bij 25 meter zijn en ‘s nachts iets groter. In heel Nederland zijn er vier traumahelikopters. De Waddeneilanden hebben een ambulancehelikopter vanwege de grote afstand tot een ziekenhuis.

Dit is een verhaal van onze mediapartner Rijnmond.