REGIO – Een 24-jarige vader zegt dat hij ingrijpt als een kinderruzie in een speeltuin uit de hand loopt. Getuigen zeggen juist dat hij als een dolle tekeer gaat en racistische dingen roept. Er zou zijn gestoken met een sleutel en een meisje wordt haar hoofddoek afgerukt.
“Het was een heel erg chaotische situatie en ik kan me niet veel herinneren. Het is al een tijdje geleden”, zegt Bas* tegen de rechter. De verdachte is een potige kerel met stevige schouders. Hij vertelt kalm. “Ik was er om de boel te sussen. Maar het was meteen al een grimmige sfeer. Er werd gepraat met veel handgebaren van hun kant. Een paar mannen en vrouwen. Ze stonden neus aan neus. En bam, toen sloeg het in één keer om.”
Op een mooie avond in juli wordt het knokken in het speeltuintje in Alblasserdam. Een jongetje zou worden gepest door andere kinderen, zijn vader komt praten, andere ouders stromen toe en dan ontploft het. Dat eindigt voor Bas in de cel. Hij zou een ijzeren stoel tegen iemand hebben gesmeten, met een sleutel in zijn vuist hebben geslagen, een hoofddoek van een meisje hebben afgetrokken en hebben gezegd: “Jullie mogen hier niet spelen omdat jullie hier niet horen en jullie buitenlanders zijn.”
Feestje en ruzie
Bas buigt voorover naar de microfoon en vertelt. “Mijn zus gaf een feestje. Er was rumoer op het speelveld. De kinderen hadden ruzie met elkaar. Er waren volwassenen, de man hier in de zaal en een vrouw en andere mensen. Er werd geslagen, van beide kanten. Ik ging mensen uit elkaar halen, dit was geen normale situatie. Ik moest kinderen in veiligheid brengen. Ik probeerde ze naar de brandpoort te brengen. Ik pakte mensen beet en werd zelf beetgepakt.”
Bas rondt zijn beschrijving af. “In korte tijd gebeurden er veel dingen. Dat maakt het lastig om uit te leggen.” De man in de blauwe trui en stevige schoenen leunt achterover. De rechter kijkt kritisch. “Kunt u het toch wat gedetailleerder vertellen? Ik was er niet bij en moet er straks toch wat vinden.” Meneer Awad, de vader van het jongetje, zit schuin achter Bas en luistert aandachtig. Hij is samen met een begeleider van Slachtofferhulp.
“‘Jij en je kinderen mogen hier niet spelen, flikker op!’ Heeft u dat gezegd? En dat ze buitenlanders waren en terug moesten naar hun eigen land?” Bas schiet overeind. “Nee! Zeker niet! Dat wordt niet gezegd in een volksbuurtje. Dat doen wij niet. Alle kinderen horen met elkaar te spelen. We leven in een multicultureel land.” Hij krijgt er blosjes van op zijn wangen. Het gezin van meneer Awad is gevlucht uit Syrië en heeft inmiddels de Nederlandse nationaliteit.
De bezoekers van het feest staan recht tegenover meneer Awad, zijn buurman, zijn tienerdochter en zijn schoonzus. Ze draagt haar baby. “De schoonzus filmt alles met haar telefoon, daarom richt de agressie zich op haar”, zegt de rechter. “Ze krijgt een duw en valt met haar baby, haar telefoon wordt kapot gegooid. Ze zegt dat ze is geschopt. De dochter wordt tegen de auto’s geduwd en geschopt. Haar hoofddoek wordt afgetrokken. Als u dat hoort, wat denkt u dan?”
“Ik vind het verschrikkelijk dat het zo uit de hand is gelopen. Mijn zoon speelt daar ook”, zegt Bas rustig met zijn zware stem. “Maar ik draai hier op voor alles. Dat ik hier zit, vind ik belachelijk.” Langzaam wordt duidelijk dat de hoofddoek mogelijk is afgerukt door een vrouw en dat er nog een andere feestganger zou zijn geweest die klappen uitdeelde. Bas gooide alleen met de stoel, zegt hij, nadat hij die eerst zelf tegen zijn hoofd kreeg. Over anderen zegt hij niks. “Ik wil alleen over mezelf praten.” De andere feestgangers komen mogelijk later nog voor de rechter.
Respect
Dan is het tijd voor de slachtofferverklaring van meneer Awad. “Ik woonde met zoveel plezier in ons eerste huis in Nederland, nadat ik vijf jaar eerder uit het azc kwam. Ik heb altijd respect getoond. Mijn zoon van 7 jaar werd al een tijdje gepest door oudere jongens. Hij moest van het speelplaatsje weg. Ik ben erheen gelopen op mijn slippers en in korte broek. Ik wilde praten. Meneer ging meteen slaan en met zijn sleutels steken. Ik heb niet geslagen.”
“Het is echt heel erg voor iemand die al vier jaar een hoofddoek draagt, als die ineens van je hoofd wordt getrokken. Dat is alsof je bloot op straat loopt. Een vrouw trok aan haar kleren”, leest de begeleider van Slachtofferhulp voor. ” Wij houden van Nederland, wij voelen ons Nederlander. Ik heb pijn in mijn hart. Wij schamen ons nu. Maar mijn Nederlandse vrienden zeggen dat we ons niet moeten schamen. Bij mijn Syrische buurman is er poep tegen het raam gegooid.”
De gevolgen zijn groot. Het gezin komt maandenlang letterlijk niet buiten, zelfs niet in de tuin. De kinderen gaan alleen naar school en dan snel weer naar binnen. Mevrouw Awad stopt met haar werk bij de voedselbank. “Met pijn in ons hart zijn we verhuisd en de kinderen naar een andere school. Allemaal door hen. Omdat zij ons haten. Ze hebben ons zoveel pijn gedaan en zo bang gemaakt.” Hij zegt dat het na de verhuizing wel wat beter gaat.
‘Superspijtig’
“Het is verschrikkelijk dat het zo uit de hand is gelopen”, zegt de officier van justitie. “Een speeltuin zou een veilige plek moeten zijn. Als je met een stoel gooit, ben je niet de boel aan het sussen. Ik vind het echt onacceptabel dat een gezin dat moet vluchten voor de oorlog nu weer te maken krijgt met geweld. Ze moeten zich schamen. U zegt dat het goed gaat, maar ik zie het verdriet in uw ogen.”
De officier eist 240 uur werkstraf, een dag cel en vindt dat Bas een schadevergoeding moet betalen aan meneer Awad, zijn dochter en schoonzus. Het totaal gevraagde bedrag van ruim 5 duizend euro vindt ze wel wat veel. “Dat de verhuizing onvermijdelijk was, kan ik niet vaststellen.”
“De confrontatie staat niet ter discussie, wel wat er precies is gebeurd. Ik vraag vrijspraak”, zegt de advocaat van Bas. “Mijn cliënt had geen sleutel waarmee meneer op het achterhoofd is geraakt. Het spugen kan niet worden bewezen. Er zijn wisselende verklaringen. Dat de hoofddoek is afgetrokken is superspijtig, maar dat kan niet worden aangerekend aan client. Terugkijkend is het een zeer trieste, maar onnodige situatie. Hij is een jonge, hardwerkende vader.”
Het vonnis
“Wat daar allemaal is gebeurd, kan het daglicht niet verdragen”, opent de rechter haar vonnis. “Ik kan vaststellen dat u geweld heeft gebruikt. Dat bestaat uit spugen en slaan. Er zijn meerdere mensen die dat verklaren. Dat u zegt dat ze op moeten flikkeren naar hun eigen land, dat vind ik niet bewezen. En de hoofddoek ook niet. Maar dat dit zich afspeelt op een speelweide en zich richt op de achtergrond van mensen vind ik erg kwalijk.” Ze veroordeelt Bas tot 120 uur taakstraf, een dag cel die hij al vastzat en het betalen van ruim 2 duizend euro smartengeld.
* Omwille van privacyredenen hebben de betrokkenen een fictieve naam. De redactie van Rijnmond kent hun ware identiteit.
Dit is een verhaal van Maurice Laparlière voor onze mediapartner Rijnmond.