REGIO – Het zijn bizarre beelden: een brug stort in nadat een vrachtschip ertegenaan vaart. Het gebeurde in de nacht van maandag op dinsdag in de Amerikaanse stad Baltimore. Het gebeurt wel vaker dat een schip een brug ramt, ook in onze regio, maar niet vaak met zo’n dramatische afloop. Hoe waarschijnlijk is zo’n ramp in een waterrijk gebied als Rijnmond?
Diep in de nacht stortte de stalen brug van ongeveer 2.500 meter lang in Baltimore in. Een gigantisch vrachtschip boorde zijn neus in een pijler van de kilometerslange brug. Als een kaartenhuis viel de constructie in elkaar. Twee mensen werden uit het water gered, maar verder is onduidelijk hoeveel doden en gewonden er zijn. Een aantal mensen, onder wie veel werklieden die bezig waren met een reparatie, is nog vermist.
‘Valt te overzien’
De regio Rijnmond telt ook tal van grote (en kleinere) bruggen en soms grote schepen die er onderdoor varen. Denk aan de Erasmusbrug, de Willemsbrug en de Van Brienenoordbrug, maar met name onder de Calandbrug en de Botlekbrug varen regelmatig grote schepen door.
Dat het ook in onze regio wel eens misgaat, blijkt wel. Laatst was het nog raak bij de Willemsbrug in Rotterdam. Een binnenvaartschip kwam klem te zitten door te hoog opgestapelde containers.
Kleinere wateren, kleinere schepen
Zo’n ongeluk is geen ramp. “Het is natuurlijk niet wenselijk, maar de schade valt te overzien. Een containerschip dat de onderkant van een brug schaaft of een groot schip dat frontaal op een brug klapt, maakt nogal een verschil”, zegt Rob Vergoossen, bruggenexpert bij het Rotterdamse ingenieursbedrijf Royal HaskoningDHV. De kans op een vergelijkbare situatie in Nederland is volgens hem daarom klein, maar niet helemaal uit te sluiten. “Er is altijd een foutmarge.”
Écht grote schepen, zoals bij het ongeluk in Baltimore, komen bij ons niet ver landinwaarts. Voor een vergelijkbaar scenario hoeven we in de regio volgens de bruggenexpert dus niet bang te zijn: “Die schepen stoppen op de Eerste of Tweede Maasvlakte. ‘Grote jongens’ komen geen bruggen tegen.” Twee jaar geleden ging het overigens wel mis bij de Calandbrug, maar de gevolgen bleven beperkt.
Onderhoud van bruggen
Dat sommige bruggen in de regio hoognodig aan onderhoud toe zijn, maakt volgens Vergoossen niet uit voor de veiligheid. “Het komt voor het grootste deel uiteindelijk neer op aanvaringsbescherming. Schepen zijn de laatste decennia zwaarder geworden, dus het is van belang dat die bescherming meegroeit.”
Ook de manier waarop de bruggen zijn gebouwd, maakt een verschil. Zo zijn er bij ons in de buurt geen bruggen die een lengte hebben die vergelijkbaar is met de brug in Baltimore. Ook is hier het gebruik van zogeheten middenpilaren (peilers die midden in het water staan) minder gebruikelijk. Dat maakt de kans op een fatale botsing een stuk kleiner.
Foutmarge
Ondanks dat een doemscenario in de regio onwaarschijnlijk lijkt, moeten we volgens de bruggenexpert wel voorzichtig blijven. “Je kan veel risico indammen, maar niet alles. Zelfs al heb je 99,99 procent ingerekend, dan heb je nog steeds een foutmarge. Op grote schaal zoals in Amerika is de kans dus nog steeds aanwezig.”
De situatie is volgens Vergoossen hoe dan ook treurig. “Zo’n schip mag niet uit koers raken. Dat is waar het in eerste instantie misgaat. Het is een ‘geluk’ dat het ongeluk ’s nachts gebeurde. Wie weet wat er was gebeurd als dit tijdens de spits gebeurde.”
Dit is een artikel van onze mediapartner Rijnmond.