In de gevangenis maakt Stef kunstwerken van tandpasta, buiten steelt hij babyvoeding

0
70

REGIO – Een 52-jarige man pleegt meerdere inbraken en belandt voor de rechter. In de rechtbank laat hij zijn gevoelige en kunstzinnige kant zien. Maar zijn strafblad is eindeloos lang.

Stef heeft een strafblad van 32 kantjes. Toch zou je niet direct zeggen dat er een geharde crimineel in het Rotterdamse rechtszaaltje zit. “Ik ben kunstenaar”, zegt hij. “En allround-klusser. Ik heb twee rechterhanden. Ik kan schilderen, stucadoren en loodgieteren. Ik heb een cafeetje verbouwd. Dat is heel mooi geworden. Meer mensen willen me nu.”

Het probleem is dat Stef twee jaar geleden een verkeerde logé over de vloer krijgt en dat het soms in zijn hoofd en in zijn huis een chaos is. Daarom zit hij na bijna tien jaar op het rechte pad te zijn gebleven toch weer voor de rechter.

“Ik kan het me herinneren, heel goed zelfs”, zegt Stef over de keer dat hij babyvoeding heeft gestolen. “Vanuit de Albert Heijn kwamen ze achter me aangerend en hebben ze me gepakt. Ik heb er een flinke liesbreuk aan overgehouden. Ik heb er anderhalf jaar last van gehad, ik ben geopereerd. Toen ik werd gepakt, scheurde mijn lies af.”

Stef heeft een doorleefd gezicht. De groeven zijn diep en hij oogt vermoeid. “Heel vervelend”, zegt de rechter over de liesbreuk. “Maar u heeft die blikken verkocht?” Stef knikt. “Ja mevrouw, dat klopt”, zegt hij beleefd. Hij is deze zitting open over wat hij heeft gedaan en maakt het allemaal niet mooier. Dat waarderen rechters.

In de bosjes
“Mijn bankslaper, de veelpleger, zei tegen me: ‘Kom we gaan wat regelen.’ Ik wist niet wat. Toen zijn we tegen twee busjes aangelopen.” De ‘bankslaper’, de man die bij Stef verblijft, heeft gereedschap nodig voor een klusje. Uit het eerste busje stelen ze een hamer. In de duisternis zien ze even later een tweede busje staan.

Met een veiligheidshamertje slaat Stef het raampje van de wagen in. Maar achter het raam zit een ijzeren roostertje. Stef krijgt het niet open. Hij snijdt zichzelf. “Een vrouw op straat hoort geluid en ziet twee mannen. Ze belt de politie”, zegt de rechter.

“Als de politie komt, zit u verstopt in de bosjes”, zegt de officier van justitie. “U bloedt flink en er zit bloed op het busje. Dat is hetzelfde bloed.” Weer knikt Stef. Hij kijkt somber. “Ja, mevrouw, dat kan ik me goed herinneren.” Hij wordt vervolgens meegenomen en gaat een paar dagen de cel in.

Later gaan Stef en de logé weer op dievenpad als het nabijgelegen winkelcentrum wordt verbouwd. Ze klimmen over de hekken.

“Er is veel weg. Een kitspuit, bouwlampen, een stofzuiger en een blik koffie van vijf kilo. Verder twee dozen spijkers en een kruiskopschroevendraaier”, zegt de officier. “Ja, u loopt weg met een kruiwagen. Dat is goed te zien op de camerabeelden”, vult de rechter aan.

Zijn laatste veroordeling stamt uit 2014. Bijna tien jaar lang gaat het dus goed.

“De oorzaak is: ik ben een aardige kerel”, zegt Stef over zijn terugval. “Er komt iemand uit de gevangenis en wil onderdak bij me. Ik was er geen voorstander van. Maar het vlees is zwak geweest. Hij scharrelde maar rond en bracht nooit een duppie mee.” Inmiddels is de kennis weg. Het is ondertussen wel een bende thuis. “Hij heeft de deuren kapotgemaakt”, zegt Stef.

De rechtszaak verloopt in een prettige, rustige sfeer. Stef is vriendelijk. Maar hij heeft een zekere triestheid over zich. Zijn ogen staan mat. Hij heeft een verleden met inrichtingen en kindertehuizen, wordt duidelijk. Hij is misbruikt geweest. Hij was verslaafd aan heroïne en leefde op straat. “Hij heeft geen vrienden en voelt zich eenzaam”, zegt zijn advocaat.

Soms deed Stef ook met de beste intenties niet zulke heel handige dingen. “Ik heb een ijzeren rijplaat voor mijn buurvrouw gestolen. Ze kreeg een nieuw huis en ze is slecht ter been. Dan ben ik de barmhartige Samaritaan. Stef wilde wat goeds doen, maar dat was niet slim.”

Tandpasta-kunst
“U vindt het moeilijk om overzicht te houden”, zegt de rechter. “Het is moeilijk om uw grenzen aan te houden en nee te zeggen.” De bende in het huis van Stef zou enorm zijn. “Als de puinhoop te groot is, zegt hij afspraken af. Dat geeft stress”, zegt een medewerker van de reclassering. “Het is thuis een grote rommel, maar ik werk eraan. Dat kunnen de dames beamen”, reageert Stef.

Foto: Privécollectie

Als we aankomen bij de toekomstplannen van Stef klaart de sfeer op in het zaaltje. “Ik wil graag mensen in een moeilijke positie leren klussen”, zegt Stef. Hij denkt aan mensen met psychische problemen of met een verslavingsachtergrond. Daar is hij al een beetje mee begonnen. “Nou, dat klinkt goed!”, zegt de rechter enthousiast. “Ik heb er een rommeltje van gemaakt. Ik wil graag wat terugdoen voor de samenleving”, zegt de verdachte.

Dat laatste wordt gewaardeerd door de rechter en Stef raakt nog meer op stoom. “Mevrouw, u moet eens kijken naar mijn kunst”, zegt hij enthousiast tegen de dame in de zwarte toga. “Ik maak objecten van tandpasta.”
Tijdens zijn laatste detentie begon hij daarmee. Van tandpasta gemengd met sigarettenas, zand van de luchtplaats, Brinta en ketjap maakt hij fantasierijke huizen en kastelen. Ze belanden zelfs in een galerie. Een deel van de verkoopopbrengst is voor KWF Kankerbestrijding bestemd.

Advocaat en officier zijn het er aan de einde van de zitting over eens dat nog een keer de cel in Stef geen goed zal doen. “Met een taakstraf komt hij onder de mensen”, zegt zijn advocaat.

“Meneer komt van ver en heeft een hardnekkige verslaving”, zegt de officier. “De intenties zijn goed en ik geloof hem ook. Maar het lukt nog niet zo goed. Maar ik wil ook niet dat hij alles kwijt raakt nu het beter lijkt te gaan.”

Het vonnis
“Het zijn mooie woorden, meneer, u kunt zich goed verwoorden”, begint de rechter aan haar vonnis. “U heeft capaciteiten. Maar het moet nu echt eens ophouden, dit gedrag. U heeft het nu aardig voor elkaar. U krijgt van mij vandaag écht nog één laatste kans.” Ze volgt de de officier en veroordeelt Stef tot de drie dagen cel die hij al heeft gezeten, 60 dagen voorwaardelijk en 150 uur taakstraf. “Laten we afspreken dat we u hier niet meer zien.” En daar is Stef het mee eens.

Foto: Privécollectie

*Omwille van privacyredenen is de naam van de verdachte gefingeerd. De redactie van Rijnmond kent zijn ware identiteit.

Dit is een verhaal van Maurice Laparlière voor onze mediapartner Rijnmond.