REGIO – Het is een niet alledaags verschijnsel: dit pad bij een nooduitgang van de N3, ter hoogte van landgoed Dordwijk. Hij is onlangs aangelegd, maar wordt onderbroken door een sloot. Moeten vluchtende automobilisten daar een natte broek halen? Zijn onze hulpdiensten zulke goede polsstokhoogspringers?
Frank van der Zwan, woordvoerder bij Rijkswaterstaat, weet de gedachte achter dit fenomeen beter te verduidelijken. “De vluchtroute is in eerste plaats aangelegd om hulpdiensten gemakkelijker ter plaatse te laten komen”, legt hij uit in een verklaring. “De sloot biedt een natuurlijke barrière, zodat weggebruikers niet zomaar de snelweg op komen en wordt gebruikelijk overbrugd met behulp van een soort schuifladder.”
De afstand van de deur tot de sloot is tien meter. “Daarmee is de kans dat iemand in de sloot valt tijdens het vluchten voldoende klein”, volgens Van der Zwan. “Direct achter de vluchtdeur zou de weggebruiker dus veilig moeten zijn.” Rijkswaterstaat heeft deze manier van aanleg afgestemd met de Veiligheidsregio.
Achter de vluchtdeur zouden weggebruikers dus veilig moeten zijn. “In geval van rook of giftige gassen zijn er wel mogelijkheden om op het onderliggend wegennet te komen”, vertelt van der Zwan. “Wellicht kan hier een bord worden geplaatst om de weggebruiker langs de schermen naar het fietspad ten noordoosten te geleiden.”
Dit is een artikel van Pim Takkenkamp.