Esther trapt het gaspedaal in als haar vriend voor de auto loopt, ze is woedend op hem

0
278
Foto ter illustratie: zowel de auto als de vrouw op de foto hebben geen relatie tot dit verhaal © Pexel

Door Maurice Laparlière
Een 36-jarige vrouw rijdt tijdens een heftige ruzie met de auto in op haar partner. In de rechtszaal komt alles boven en zijn er veel emoties. De officier van justitie vraagt zelfs voorzichtig of de vrouw niet beter wat afstand kan nemen.

De rechtszaak begint in vliegende vaart. “Het was toen helemaal niet mijn bedoeling”, huilt Esther*. “Dat wou mijn vriend u vandaag vertellen, maar hij is er niet bij. Hij deed vanochtend de deur niet open. Toen is de politie gekomen. Twintig politieauto’s, een heel drama.”

“Hij heeft na het incident geen aangifte tegen u gedaan”, zegt de rechter. “Een agent in burger zag het voor zijn ogen gebeuren. Die was daar voor heel iets anders.”

Niet alleen de vriend van Esther is er niet, ook haar advocaat is er vandaag niet bij. Een misverstand, de raadsman stuurde brieven naar een verkeerd adres. De vrouw zit daarom alleen en ontredderd voor de rechter.

“Bedreiging door met een auto op iemand af te rijden. Het is nogal een beschuldiging. De vraag is of u toch een advocaat wil. Het is niet verplicht”, zegt de rechter tegen Esther.

“Heb ik dan een advocaat nodig?”, vraagt ze twijfelend. Ze zit hoog in haar emoties en lijkt op van de zenuwen. Bij de vorige zitting was ze er niet vanwege een lekke band, ditmaal heeft de politie haar vriend uit huis gehaald omdat hij een wilde zenuwinzinking had. Hij is meegenomen en ze weet niet waar hij nu is.

“Ik ben best wel in paniek en het is eigenlijk een kutdag, sorry dat ik dat het zo zeg”, zegt ze, Ze pakt een tissue en huilt nog harder. “Geen probleem”, reageert de officier.

Slaan en schreeuwen
“Soms spreken we af: we beginnen zonder advocaat en als het gevoel dan niet prettig voelt, gaan we de volgende keer verder mét advocaat.” De officier van justitie zegt het met gevoel. “Ik kan me voorstellen dat u hier ook vanaf wilt.”

Dat is zeker zo. “Ja, laten we dat maar doen”, snikt Esther. En zo gaat de zaak toch van start. In een lege zaal zal de emotionele verdachte zichzelf verdedigen.

“Een agent in burger observeert voor een andere zaak”, zegt de rechter. “Hij zegt: ik hoorde vanaf 150 meter geschreeuw. Ik zag dat een zwarte auto stilstond. Ik zag dat de vrouw de man meerdere keren sloeg. Hij zat op de bestuurdersstoel, zij stond naast de auto.”

Esther komt tussendoor: “Ik heb hem niet geslagen, ik heb hem geduwd. Hij moest mijn auto uit.” De rechter gaat verder. “De man stapt uit en probeert de vrouw van zich weg te duwen. Maar de vrouw blijft slaan. Ze blijft ook schreeuwen. Ik zag het slachtoffer weglopen.”

“De agent zegt: de vrouw stapt in het voertuig en geeft vol gas gaf. De vrouw reed de stoep op. Het slachtoffer sprong net op tijd weg om te voorkomen dat hij werd aangereden.”

“Hij is alleen maar geschrokken. Ik heb hem nooit wat willen aandoen, want ik hou van hem”, zegt Esther. “Het was niet de bedoeling om hem aan te rijden, ik wilde alleen maar dat hij meeging naar huis.”

De aanhouding door de agent in burger zou heftig zijn gegaan. De agent sprint naar de auto toe. “Hij heeft me letterlijk in de auto bedreigd”, zegt Esther. “Hij liet zijn wapen zien en zei: kom eruit, anders schiet ik je door je kop.” Dat is nog steeds traumatisch, zegt ze door haar tranen heen.

“Mijn vriend zei: laat haar alsjeblieft vrij. Er is niks aan de hand.” Esther wordt toch meegenomen en belandt in de politiecel.

Verlovingsring
Het stel heeft die middag ook al ruzie gehad. Ze lijken gek op elkaar, maar vliegen elkaar ook regelmatig in de haren. “Hij had me er die middag uitgezet en toen mocht ik weer terugkomen. We zijn wat leuks gaan doen.”

“Hoe vaak gaat het mis?”, vraagt de rechter. “Eerlijk gezegd vaak”, zegt Esther terwijl de tranen weer komen. “We hebben een heel mooie relatie, wij zijn zelfs verloofd geweest. Maar vandaag heb ik mijn ring afgedaan. Een gelofte vind ik dat je niet lelijk tegen elkaar doet.”

Ze praat door. “Ik kom best vaak in situaties terecht met mannen die eigenlijk gewoon hulp nodig hebben”, zegt ze. “Helaas. Ik ben al 36, heb geen kinderen en wil m’n leven opbouwen.” De rechter zegt begripvol dat hij dat vaker hoort in zijn rechtszaal.

“Ik snap dat u heel veel problemen heeft”, zegt de officier van justitie. “En daar kan dan misschien nog straf bij komen.” Esther knikt. “Misschien doet het me juist wel goed.” De officier kijkt in haar computer en heeft een geruststellende mededeling. “Ik zie dat uw partner vanochtend niet is aangehouden. Waarschijnlijk is hij naar het ziekenhuis gebracht en daar opgenomen.”

“Ik hoop zo dat hij hulp krijgt. Hij heeft gewoon hulp nodig. En ik ook.” Ze wrijft nog eens over haar ogen. “Sorry, ik blijf huilen.” Daar moet iedereen toch even om lachen.

“Het is misschien niet helemaal mijn plaats, maar ik zeg het toch maar: ik geloof dat u een heel mooie relatie heeft, maar ik geloof ook wel dat het temperament is, waarom dit gebeurt”, zegt de officier met een voorzichtige stem.

“Misschien is het soms beter om samen even een stap terug te doen. Maar daar ga ik natuurlijk niet over.”
Ze zou een maandenlange celstraf kunnen eisen, maar doet dat niet. “Dan komt u misschien nog verder in de problemen. Bij hoge uitzondering eis ik een veel lichtere straf.” De officier vraagt om een voorwaardelijke taakstraf van 100 uur, een meldplicht bij de reclassering en verplichte therapie.

“Dat vind ik heel redelijk”, zegt Esther. “Toen ik in het celletje zat en ik hoorde dat het poging doodslag was, ben ik heel erg geschrokken. Excuses voor het hele geval. Het spijt me echt.”

Het vonnis
“Ik vind het een volledig strafbaar feit. En dan kunt u tien keer zeggen ‘het was mijn bedoeling niet’, maar dat horen we hier heel veel. Het is geen poging doodslag, maar wel dreiging. Ik neem de eis van de officier over. Dan zijn we klaar. Sterkte ermee. Ik hoop dat de dag een beetje rustiger eindigt.”

*Omwille van haar privacy is de naam van de verdachte gefingeerd. De redactie van Rijnmond kent haar ware identiteit.

Dit verhaal verscheen eerder bij onze mediapartner Rijnmond.