
Door Ingrid Smits
Als Jamila de deur niet uit mag om alcohol te kopen, krijgt haar echtgenoot ervan langs. De man heeft aangifte gedaan van mishandeling. Maar eigenlijk leest de rechter een schreeuw om hulp.
Bij de mini-rechtbank, in een oud schoolgebouw aan de Hillevliet in Rotterdam-Zuid, komt een stelletje binnen. De man draagt een zwart shirt en een spijkerbroek. Hij oogt niet als iemand die vaak in de sportschool te vinden is.
De vrouw is een stuk ranker en voordat ze van huis vertrok is ze flink in haar make-uptas gedoken. Ze heeft een smetteloos witte blouse aan en een zwarte pantalon. Om haar nek, vingers en polsen glinsteren gouden sieraden. Haar oogschaduw, verscholen achter lange zwarte wimpers, heeft dezelfde kleur.
Het lijkt alsof ze een avondje uitgaat, maar vandaag staat er iets heel anders in de agenda: een zitting over huiselijk geweld. In de meeste gevallen is de man daarbij de boosdoener. Ook dat is deze ochtend echter anders. Juist Jamila, de kleine vrouw in de chique kleding, is de verdachte. En de man in de spijkerbroek, die haar vergezelt? Dat is het mikpunt van haar agressie.
Voor de zitting bij de politierechter is drie kwartier ingepland. Maar dat blijkt veel te krap. Over Jamila en haar problemen valt veel te bespreken. Te beginnen met haar grootste valkuil: alcohol.
“Het gaat bij niet goed bij u thuis”, constateert de rechter. “U ontwricht uw hele gezin.”
Jamila geeft toe dat ze al tien jaar een probleemdrinker is. Net als haar zusje, die door alcoholmisbruik is overleden. Haar man en kinderen zijn bang dat het met Jamila dezelfde kant opgaat. En dat was de reden waarom het op 1 maart allemaal zo ontspoorde.
Kwade dronk
De rechter neemt stap voor stap door wat er die dag gebeurde. Jamila had weer eens flink gedronken en wilde de deur uit om nóg meer alcohol te kopen. Dat vonden haar man en de vier thuiswonende tieners geen goed idee. Niet alleen vanwege Jamila’s kwade dronk, maar ook omdat ze zich als gezin schaamden voor de buurt.
Alcohol en de islam gaan immers niet samen. En omwonenden moesten ook niet zien hoe Jamila over straat zwalkte, op weg naar de slijterij.
Jamila werd tegengehouden en haar sleutels werden afgepakt. Dat maakte haar razend. Als een wild dier sloeg en trapte ze om zich heen. “Ik wilde mezelf losrukken”, beweert ze.
Geslagen, geschopt en gekrabd
Jamilas dochter heeft het huiselijk geweld gefilmd. “Op die beelden is vooral te zien dat meneer bezig is om mevrouw van zich af te houden”, zegt de officier van justitie. “Hij wordt geslagen, geschopt en gekrabd.”
“Uw man heeft aangifte tegen u gedaan”, zegt de rechter. “Maar eigenlijk lees ik daarin vooral een grote schreeuw om hulp.”
De verdachte blijkt al in therapie te zijn geweest om van haar verslaving af te komen. Maar dat was geen succes. Hulpverleners knapten af op haar eigengereide gedrag en hebben de handdoek in de ring gegooid. Jamila ziet dat anders. “Ik ben met hén gestopt. Zij niet met mij.” Ze heeft intussen contact met een psychiater. “Dat gaat wel goed.”
De verdachte benadrukt dat ze allergisch is voor dwang en controle. “Ik ben een stressdrinker. Ik ben gebaat bij emotieregulatie en traumatherapie. Ik wil niet in een potje piesen voor urinecontrole. Dat heeft bij mij geen zin.”
Onhoudbare situatie
Na het geweld in maart kreeg Jamila een huisverbod. Om de gemoederen een beetje tot bedaren te brengen, mocht ze tien dagen niet meer bij haar gezin wonen.
Maar toen agenten vier dagen later op de stoep stonden, troffen ze haar gewoon thuis aan. Nou ja, gewoon: Jamila had zich verstopt. In een kledingkast. “Mijn zoon had gezegd dat ik daar moest gaan zitten”, zegt ze. “Hij zei: dan houd ik die agenten wel af.”
In werkelijkheid was de inval een stuk minder spontaan dan het leek. De politie was afgegaan op een melding van het gezin over een onhoudbare situatie. Een van de kinderen liet de agenten na binnenkomst meteen een tekst op zijn telefoon zien: ‘Willen jullie doen alsof jullie voor controle komen?’ Met die truc moest de melding gemaskeerd worden.
Toeslagenaffaire
Terwijl de feiten de revue passeren, zit Jamila er tamelijk onbewogen bij. “Raakt dit u wel?”, wil de officier van justitie weten. “Jawel”, antwoordt de verdachte. “Mijn kinderen hebben al heel wat meegemaakt.”
Zelf heeft ze ook haar portie wel gehad, vertelt ze. “Een paar jaar geleden kreeg ik twee auto-ongelukken. Daardoor ben ik afgekeurd en mijn baan als hulpverleenster kwijtgeraakt. Ik heb nu een uitkering. Ook ben ik slachtoffer van de Toeslagenaffaire. De afwikkeling daarvan is nog steeds niet klaar.”
Dat ze niet tegen dwang kan, heeft volgens Jamila vooral te maken met haar jeugd. “Als kind ben ik seksueel misbruikt door mijn vader. Toen ik negen jaar was, moest ik het huis uit. Alles wat moeten, moeten, moeten is, werkt niet bij mij.”
Marathon
De officier van justitie vindt dat Jamila behandeling nodig heeft om haar drankzucht te beteugelen. En dat dat allemaal niet te vrijblijvend moet zijn. “Afrekenen met een verslaving is als het lopen van een marathon”, zegt ze. “Dat moet je wel 42 kilometer volhouden.” De officier stuurt daarom aan op begeleiding door de reclassering.
Voor de mishandeling hoeft de verdachte wat haar betreft niet de gevangenis in. “Niemand wordt daar beter van. Wel eis ik een taakstraf van honderd uur, waarvan zestig voorwaardelijk.”
Jamila’s advocaat ziet niets in bemoeienis van de reclassering. “Mevrouw wil dat niet. En dus is zo’n traject gedoemd te mislukken.” En ook een taakstraf vindt ze geen goed idee. “Mevrouw is afgekeurd en daartoe niet in staat.”
Vlammend betoog
Het laatste woord is aan Jamila. Die zegt dat ze spijt heeft van het huiselijk geweld en haar problemen wil aanpakken. “Maar zonder de reclassering. Want ik ben geen crimineel.”
Terwijl haar echtgenoot er zwijgend bij zit, perst ze er een vlammend betoog uit. De rechter kijkt naar de klok. “Ik ga u onderbreken”, zegt ze. “Met het oog op de tijd. Deze zitting is al enorm uitgelopen. En er zitten buiten deze zaal nog meer mensen te wachten. Ik ga uitspraak doen.”
Het vonnis
“U zit een beetje in de slachtofferrol”, zegt de rechter. “En daar ben ik allergisch voor. Ik wil dat u zich realiseert dat u een probleem hebt. En dat u de enige bent die dat kan oplossen.
Ik acht bewezen dat u uw echtgenoot hebt mishandeld. U bent schuldig, maar ik ga u daarvoor geen straf geven, ook geen voorwaardelijke. Ik hoorde u zeggen dat u wilt dat het goedkomt en dat u dat traject zelf wilt vormgeven, zonder dwang. Ik wil dat u daar hard aan gaat werken.”
Jamila hoort de uitspraak beduusd aan. Geen taakstraf? En geen reclassering? Dat had ze niet verwacht. “Dankuwel”, zegt ze timide tegen de rechter. Samen met haar echtgenoot verlaat ze de zaal en steekt op de stoep van de rechtbank een sigaretje op.
De naam van de verdachte is gefingeerd.
Dit bericht verscheen eerder bij onze mediapartner Rijnmond.