‘Het kwam door de pil’, zegt Ali (27) over de ruzie met zijn vriendin

0
15
Foto's ter illustratie © Pixabay

Door Ingrid Smits
Opnieuw zit Ali voor de rechter wegens huiselijk geweld. Het conflict met zijn vriendin? Dat kwam volgens hem door de anticonceptie die ze slikte. “Het waren de hormonen.”

Aan Ali* en zijn vriendin Irem* heeft de Schiedamse politie de handen vol. Al een keer of dertig zijn ze naar dezelfde portiekflat gereden omdat er alarm werd geslagen over geweld achter de voordeur. Het is het huis van Irem, waar Ali ook vaak is. Hij heeft schulden en geen eigen stek. Als hij niet bij Irem is, dan slaapt hij bij zijn moeder.

Kort lontje
Volgens agenten hebben Ali en Irem allebei een kort lontje. En is er achteraf altijd spijt. Dat is ook nu weer het geval. Want voorafgaand aan de rechtszaak heeft Irem een brief aan het OM geschreven, waarin ze zegt dat Ali helemaal niet geprobeerd heeft om haar te verwurgen. En dat ze door een vriendin onder druk is gezet om aangifte te doen.

Haar verhaal klopt niet met de foto’s die in het dossier zitten, constateert de rechter deze ochtend. Tegen Ali: “Bij uw vriendin zaten rode krassen in de hals, op de borst en op de arm. En ook bij u zie ik krassen in de hals.”
“Irem viel mij vaker aan”, zegt Ali. “Ik heb gehandeld uit zelfverdediging.”

In Opmerkelijke Zaken doet Ingrid Smits elke week verslag van een rechtszaak in de regio Rijnmond. Deze keer gaat het bij de politierechter in Dordrecht over huiselijk geweld. De namen van de verdachte en zijn vriendin zijn gefingeerd.

Ali (27) is een kleine, beweeglijke man met een vlotte babbel. Hij heeft kort haar en een stoppelbaardje. Zijn hele outfit – spijkerbroek, shirt, sneakers – is zwart. De meeste aandacht trekt zijn donsjack. Daar staat in koeienletters ‘TRUST’ op.

De verdachte is gespannen. En dat is niet zonder reden. Hij is al twee keer eerder veroordeeld voor geweld achter de voordeur. De laatste veroordeling was in maart van dit jaar. Toen kreeg hij twintig uur taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken.

Maar in zijn proeftijd is het dus opnieuw tot slaande ruzie gekomen met Irem. En nu hangt er echt een celstraf boven zijn hoofd, omdat Ali zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden.

Samen drugs gebruiken
De ruzie met Irem was eind mei. “Haar vriendin was gekomen”, vertelt de verdachte. “Ze gingen samen drugs gebruiken en ze wilden mij weg hebben. Ik ging het huis uit, maar ik was mijn oplader vergeten. Toen ik terugkwam, was Irem boos. Ze pakte mij bij de keel en zette haar nagels erin. Toen gaf ik haar een duw en heb ik haar bij de kraag gepakt. Niet in haar hals dus.”

De rechter: “Irems vriendin zegt dat u uw vriendin aan de haren trok en tegen de deur van het toilet duwde. Zij rende naar het balkon. De twee hadden een afspraak gemaakt. Als Irem het woord ‘bel’ zou zeggen, moest haar vriendin de politie inschakelen. Dat heeft ze ook gedaan.”
Ali: “Die vriendin was helemaal hysterisch.”

De rechter: “Toen u de sirenes van de politie hoorde, zou u zichzelf in uw hals zijn gaan krabben. Zodat het leek alsof Irem ú had aangevallen.”
Ali: “Dat is niet waar.”
De rechter: “Er zijn wel twee personen die dat zeggen.”
Ali: “Die verklaringen zijn op elkaar afgestemd.”

“Is Irem nog steeds uw vriendin?”, wil de rechter weten.
Ali knikt. “Zo goed als het nu gaat, is het nog nooit gegaan”, glundert hij. “Irem is nu veel rustiger. Ze slikte een tijdje anticonceptie en daar werd ze opvliegend van. Die ruzie kwam door de hormonen.”
De rechter: “Door de hormonen?”
Ali: “Ja, dat is hoe ik het heb ervaren.”

De rechter: “U heeft al zes jaar een problematische relatie. Maar sinds augustus volgt u therapie. Wat heeft u daaraan?”
Ali: “Ik heb geleerd dat ik moet weglopen als ik boos ben. Dat had ik toen ook moeten doen.”

Andere aangiftes
De officier van justitie staat op om met een strafeis te komen. Hij vindt dat het zorgelijk dat de politie tientallen keren bij Ali en Irem is langs geweest, omdat er een ruzie uit de hand was gelopen. “Het kost allemaal tijd en hierdoor blijven andere aangiftes liggen”, spreekt hij streng.

“Ik heb het dossier goed bestudeerd”, gaat hij verder, “en dan zie je dat er sprake is van geweld over en weer.” En dan, over Ali: “Meneer wist dat hij vandaag het bokje zou zijn als hij opnieuw in de fout zou gaan.”

Ali schuift heen en weer op zijn stoel. Het gaat nu over de celstraf waar hij zo bang voor is. En waar hij helemaal niet op zit te wachten. Want na een periode van werkloosheid heeft hij eindelijk een baan gevonden. “Ik leer voor hovenier.”

Schulden
De officier gunt Ali nog één kans. De twee weken celstraf die hij formeel zou moeten eisen, wil hij omzetten naar 28 uur taakstraf. Maar daar komt dan opnieuw een voorwaardelijke gevangenisstraf bij. Niet van twee, maar van zes weken. Hij vindt ook dat Ali in het zicht van de reclassering moet blijven en door moet gaan met zijn therapie.

En ja, dan zijn er nog de schulden. Dat Ali nog duizenden euro’s in het krijt staat, doet de situatie met Irem ook geen goed, vermoedt de officier. “Het levert stress op, waardoor meneer misschien eerder op de vuist gaat.” Daarom wil hij dat Ali schuldhulpverlening accepteert.

“Ik wil best meewerken”, reageert de verdachte. “Alleen: de ruzies met Irem gaan nooit over geld. Dat is het probleem niet.”

Pittige dame
“Mijn cliënt begrijpt dat hij zijn verantwoordelijkheid moet nemen”, zegt Ali’s advocaat. “En hij vindt het niet fijn om hier te zitten.” Hij memoreert dat Irem ‘een pittige dame’ is, maar dat de rookpluimen die boven de relatie hingen inmiddels zijn opgetrokken.

Het laatste woord is aan Ali. Die valt in herhaling. En begint nog een keer over de poging tot verwurging. Bij huiselijk geweld is dat een rode vlag. “Ik heb het niet gedaan”, houdt Ali vol.

Het vonnis
Ook de rechter is bereid om Ali nog een kans te geven. Voor de laatste ruzie krijgt hij zes weken voorwaardelijk. Voor het eerdere geweld moet hij dertig uur gaan werken en hangt hem vanaf nu een week voorwaardelijke celstraf boven het hoofd. De rechter ziet geen reden om Ali naar de schuldhulpverlening te sturen.

“U heeft twee weken de tijd om in hoger beroep te gaan”, zegt hij tegen de verdachte. Die overlegt buiten de zaal even bliksemsnel met zijn advocaat en besluit direct van die mogelijkheid af te zien.

Op de gang klampt hij even later de verslaggeefster aan en vraagt wat zij nou eigenlijk kwam doen met haar blocnote. Een verslag in een rechtbankrubriek? Die aandacht vindt hij best leuk. Ter plekke verzint hij zelf een pseudoniem. “Noem me maar Ali.”

*De namen van de verdachte en zijn vriendin zijn gefingeerd.

Volg ons ook op ons WhatsApp kanaal: https://whatsapp.com/channel/0029VaoRvYF6rsQtr0tBRu3u

Dit bericht verscheen eerder bij onze mediapartner Rijnmond.