Na ruzie over postpakketje trapt Arjan (51) zijn zwangere vrouw in haar buik

0
117
Foto's ter illustratie © Pixabay

Door Ingrid Smits
Arjan staat op het punt om vader te worden van een tweeling. Maar tussen de aanstaande ouders botert het niet. Een ruzie loopt zelfs zo uit de hand dat Arjan nu voor de rechter zit voor poging tot zware mishandeling.

“Ja, ik heb een schopbeweging gemaakt”, bekent de verdachte zodra hij het woord krijgt. “Mijn voet raakte de rechterkant van haar buik.” Arjan is er niet trots op. Maar zijn partner? Die is volgens hem ook niet voor de poes. “Ze is eh….. nogal explosief.”

Langs elkaar heen
Arjan is een kalende vijftiger. Hij draagt een overhemd, een pantalon en glanzende schoenen van lichtbruin leer. De Rotterdammer heeft een goede kantoorbaan en een koophuis. Maar dat blijkt dus allesbehalve huisje weltevree. Achter de voordeur is het hommeles.

“We hadden op vrijdag ruzie gehad en het hele weekend langs elkaar heen geleefd”, vertelt Arjan over wat er in februari van dit jaar gebeurde. “Op maandag was er opnieuw gedoe. Deze keer over een pakketje van DHL dat niet bezorgd was. Ik was geslagen. M’n arm was helemaal beurs.”

“Mijn vrouw ging naar de keuken en ik liep achter haar aan. Zij stond met haar armen te zwaaien en ja, toen heb ik geschopt. Ik wilde haar enkels raken, maar ik trof haar buik. We schrokken er allebei van. Mijn vrouw pakte daarna haar telefoon en belde naar 112. Ze haalde ook een schaar tevoorschijn.”

De rechter: “Hoe lang was uw vrouw al in verwachting toen dit gebeurde?”
Arjan: “21 weken. Ik weet dat nog goed, omdat we net de 20 weken-echo hadden gehad.”
De rechter: “”En hoe gaat het nu?”
Arjan: “Sinds het incident wonen we niet meer samen. Het huis is van mij en ik betaal de hypotheek. Maar ik ben er dus niet. Ik ga nog wel mee naar afspraken bij de gynaecoloog en ik ben ook bezig om de babykamer in te richten. Verder wil ik rust.”

‘Het is niet dat ik niet van haar hou’
“Uw vrouw heeft vandaag nog een mail gestuurd”, zegt de rechter. “Over dit proces.” Hij leest een paar fragmenten voor. Die zijn, omdat Arjans partner uit het buitenland komt, in het Engels.
De rechter: “Ik wil niet dat hij naar de gevangenis gaat, zegt uw vrouw. Ze noemt u één van de meest vriendelijke personen die ze kent en hoopt dat u bij de bevalling kunt zijn. Wat vindt u van die mail?”

Arjan slaakt een diepe zucht. “Het is niet dat ik niet van haar hou”, antwoordt hij. “Maar ik ben steeds bang dat ze ontploft. Ze vindt altijd een excuus om boos te worden. We hebben relatietherapie gedaan. En een anti-agressie training. Maar dat heeft niet tot veel verbetering geleid. Ik vraag me ook af hoe het met de kindjes moet.”
“Ja”, reageert de rechter. “Ik begrijp van de reclassering dat daar nog geen plan voor is.”
Arjan knikt. Zijn partner en hij zijn vanwege het huiselijk geweld al in beeld geraakt bij de reclassering.

Spoedkeizersnede
De officier van justitie focust vooralsnog meer op het verleden dan op de toekomst. Ze gaat er met gestrekt been in en vindt dat Arjan zich schuldig heeft gemaakt aan zware mishandeling.

“In de keuken had meneer alle ruimte om weg te lopen”, zegt ze. “Dat heeft hij niet gedaan. Hij zegt ook: ik wilde haar op de enkels trappen. Maar tussen enkels en een buik zit heel veel ruimte. Mevrouw was zwanger en met deze kindjes had het heel anders kunnen aflopen. In een andere rechtszaak heeft een trap in de buik van een zwangere vrouw geleid tot een spoedkeizersnede.”

De officier eist een taakstraf van 150 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden.

Noodweer
Arjans advocaat vindt die eis buiten proportie. “Het schoppen klopt”, zegt hij. “Maar met de rest van wat de officier zegt, heb ik moeite. Meneer handelde uit noodweer. Hij was zelf geslagen, zijn armen waren bont en blauw, en mevrouw maakte opnieuw zwaaiende bewegingen. In het dossier zitten foto’s van de buik. Daarop zie je een paar striemen. Maar die zitten in het midden. Terwijl meneer zegt dat hij de buik aan de zijkant heeft geraakt.”

“Schoppen is fors geweld”, reageert de officier. “En een buik is een kwetsbaar gebied.”

De stemming in de rechtszaal wordt er niet beter op. “Mijn oren klapperen”, reageert de advocaat. “Mevrouw hoefde na de trap niet naar het ziekenhuis. Ze is ook niet bij een gynaecoloog geweest. Bij fors geweld hadden we heel ander letsel gezien.” Hij vindt dat Arjan zichzelf heeft verdedigd en op grond van noodweer moet worden vrijgesproken.

Lastige kwestie
Het laatste woord is aan Arjan. Die is intussen een stuk emotioneler geworden. “Ik vind het schokkend om hier te horen dat ik willens en wetens twee kinderen heb willen beschadigen”, zegt hij. En dan, over de trap: “Had ik het moeten doen? Nee. Had ik moeten weglopen? Ja. Maar ik heb zeker geen ernstig letsel willen veroorzaken.”

De politierechter vindt het een lastige kwestie. Waar hij normaal gesproken direct uitspraak doet, wil hij nu nog even tijd om zaken af te wegen en te checken. Hij vraagt iedereen om een minuut of tien op de gang te wachten voordat hij met zijn vonnis komt.

Het vonnis
“Dit was geen noodweer”, zegt de rechter als iedereen weer in de rechtszaal zit tegen Arjan. “U had kunnen weglopen uit de keuken. Maar dat deed u niet. U heeft ook de kans aanvaard dat er iets met uw ongeboren kinderen zou gebeuren. Maar in het dossier zit niks van een bezoek van uw vrouw, daarna, aan een arts of gynaecoloog. Ook is onduidelijk hoe hard uw trap was. En wat de gevolgen daarvan hadden kunnen zijn.”

De rechter veroordeelt de aanstaande vader tot een taakstraf van zestig uur voor mishandeling. De helft daarvan is voorwaardelijk. Een van de voorwaarden is dat Arjan contact blijft houden met de reclassering. “Ik hoop dat u eruit komt met uw vrouw”, besluit de rechter. “Of uw ex-echtgenote…”

Dit bericht verscheen eerder bij onze mediapartner Rijnmond.

Volg ons ook op ons WhatsApp kanaal: https://whatsapp.com/channel/0029VaoRvYF6rsQtr0tBRu3u