
Door Gerben Solleveld
Terwijl jij onderuitgezakt in het vliegtuig nog eens door je vakantiefoto’s scrolt, wordt er in de verkeerstoren van Rotterdam The Hague Airport alles aan gedaan om jou veilig te laten landen. Mark Koudstaal is luchtverkeersleider en moet onder hoge druk presteren. “Je bent continu een moeilijke puzzel aan het oplossen.”
Nadat we uit de krappe lift met openslaande deur, nog stammend uit de jaren 60, zijn gestapt, resten nog twee steile trappen. Eenmaal boven hebben we een 360 graden-uitzicht: van de in de zon glinsterende skyline van Rotterdam aan de ene kant tot een 2 kilometer lange asfaltvlakte aan de andere kant. Een rustgevend tafereel, helemaal wanneer een klein vliegtuig de startbaan verlaat en als een speldenknop in de blauwe lucht opgaat.
Vakantievluchten en sportvliegtuigjes
“Rotterdam Airport is zo’n leuk vliegveld”, zegt de van oorsprong Rotterdamse Mark Koudstaal, nu woonachtig in Nootdorp, als hij plaats heeft genomen achter de knoppen. Het is even na tienen op een doordeweekse ochtend. Het begin van een zomerse dag, met kraakhelder, voor Mark makkelijk weer. Hoe anders is dat met regen en slecht zicht, zegt hij. “Maar ook daar kunnen we goed mee omgaan”, weet hij als doorgewinterde luchtverkeersleider.
De vroege vakantievluchten naar Gran Canaria en Faro zijn deze ochtend al lang en breed vertrokken, maar voor de luchtverkeersleiding betekent dat allesbehalve achterover hangen. Er staan wat sportvliegtuigjes klaar op de grond voor een rondje sightseeing Rotterdam, evenals een lestoestel, en die krijgen stuk voor stuk evenveel begeleiding als de grote reuzen die vol vakantiegangers koers zetten naar de Spaanse zon.
Zonnebril op in de verkeerstoren
De afwisseling is juist wat ‘Rotterdam’ zo’n leuk vliegveld maakt. “Je hebt de grote 737’s (toestellen van Boeing, red.), heel veel zakenverkeer, dj’s die hiervandaan vertrekken, regeringsvluchten, drones, lesvliegtuigen, maar ook de traumahelikopter. Kijk, daar staat-ie”, zegt Mark, wijzend naar de knalgele vliegende ambulance een paar honderd meter verderop.
Ook al zitten we binnen, Mark zet zijn zonnebril op voor een rustiger beeld. Op zijn werktafel bevinden zich onder andere een radarscherm waar alle activiteiten in de lucht op te zien zijn, een microfoon, een paneel met heel veel knopjes en, misschien wel het meest in het oog springend, een bord met allemaal papieren strips, de zogeheten flight strips. Niks computerwerk, gewoon old school uitgeprint.
Strips met codes en kleuren
Iedere strip vertegenwoordigt een vliegtuig en het bord waarop ze liggen is eigenlijk een versimpelde weergave van het luchtruim direct rond Rotterdam. Aan de hand van de instructies met de piloten en de locatie van het toestel schrijft Mark af en toe een code op de strips en verplaatst hij ze over het bord. De strips hebben ook een bepaalde kleur, zodat de luchtverkeersleider weet of het bijvoorbeeld om een vertrekkend of aankomend toestel gaat.

“Papa Alfa Charlie, cleared for takeoff runway two four”, roept Mark ineens in vrij lelijk Engels door de microfoon. Het enige ietwat grotere toestel dit uur draait een seconde later de gashendel open. Mark praat in, zoals hij dat noemt, luchtvaart-Engels. “We zeggen geen three”, zegt hij met een net accent, “maar heel hard trie. Helemaal als het druk is, ga ik heel staccato praten tegen de piloten: jij dit, jij dat.” Lachend: “We spreken niet van onszelf zo lelijk Engels.”
De communicatie tussen luchtverkeersleiders en piloten moet duidelijk zijn vanwege de veiligheid. Daarom wordt het eerdergenoemde luchtvaart-Engels gebruikt. Ook wordt gebruikgemaakt van een speciaal alfabet. In het Nederlands lijken de letters A en H bijvoorbeeld heel erg op elkaar. Daarom is in het luchtvaartalfabet aan iedere letter een woord gekoppeld, zodat er nooit verwarring ontstaat: Alfa, Bravo, Charlie, en de letter H is van Hotel.
Turbulentie tijdens vertrekken
Zodra het vertrekkende toestel in beweging komt, zet Mark een stopwatch op 2 minuten. “Je ziet daar”, zegt hij wijzend naar een sportvliegtuig dat direct erna de startbaan opdraait, “een klein toestel klaarstaan. Als die te snel vertrekt, kan die door de turbulentie van het grotere vliegtuig over de kop slaan.” Exact 2 minuten later wenst hij de piloot, die met een stevig Rotterdams accent door de speaker komt, een goede vlucht.
Omdat over de inhoud van de communicatie met de toren geen twijfel mag bestaan, moet een piloot de boodschap van Mark herhalen en andersom. Toch is er ook wel ruimte voor ‘goeiemorgen’ en ‘goeie vlucht’. “Het is een beetje hetzelfde als met autorijden. Je wordt heel strak aangeleerd hoe je het moet doen, maar als je je rijbewijs eenmaal hebt kun je onderweg rustig zwaaien naar een bekende.”
Pittige opleiding en selectie
Na een uur wordt Mark afgelost. Zo snel is niet standaard, maar dat kwam in het rooster beter uit. Wel standaard is dat een luchtverkeersleider maximaal drie uur op de toren in Rotterdam mag werken. Niet geheel verrassend, aangezien je op de toppen van je kunnen moet presteren. “We hebben nog mensen nodig, maar de opleiding en selectie zijn pittig.”
Wat je dan allemaal moet kunnen om toestellen met zongebruinde passagiers uit Kroatië en Spanje veilig te laten landen? Volgens Mark moet je driedimensionaal kunnen denken en draait het om multitasken op hoge snelheid. Eigenlijk, zo zegt hij, is een luchtverkeersleider een 3D-puzzel aan het oplossen die continu verandert. “En dat maakt het ontzettend leuk.”

‘Extreem veilig’ luchtruim
We stappen weer in het krappe liftje en sukkelen 35 meter naar beneden. Daar zwaait de deur open en staan we in de aankomsthal met net gearriveerde toeristen. Mark wil nog benadrukken hoe “extreem veilig” het Nederlandse luchtruim is. “Afhankelijk van het gebied waar ze vliegen moet er 8 of 5 kilometer tussen twee toestellen zitten. Als het 7,9 of 4,9 kilometer is, noemen we dat al een incident.”
Gepassioneerd vertelt hij tijdens het naar buiten lopen hoe bijzonder zijn werk is en dat hij blij is dat zijn baan niet zomaar vervangen wordt door techniek. “We durven nu net aan in een bus zonder bestuurder te stappen. In een vliegtuig zonder piloot stappen en zonder de hulp van een luchtverkeersleider, gaat voorlopig niet gebeuren.”
Dit bericht verscheen eerder bij onze mediapartner Rijnmond.
Volg ons ook op ons WhatsApp kanaal: https://whatsapp.com/channel/0029VaoRvYF6rsQtr0tBRu3u